Het geheime waddeneiland blijft mysterieus

Zelden maak ik twee keer dezelfde reis om te lopen. Toch koos ik er voor om opnieuw naar Wieringen af te reizen voor een loopweekend bij Pascal Revenich. Een mooi stukje asfaltoefening voor Rotterdam of toch niet?

Loop je in de winter de Dutch Mountain Trail bij temperaturen van 16+ °C, blijkt de eerste week van de lente opeens met sneeuw aan te komen. Deze koukleum maakte zich dan ook de nodige zorgen over een winderig Wieringen en wadlopen op een zee met ijsschotsen. Dat werd niet beter toen ik eenmaal onderweg was. Gezeten naast een veel te grote tas met warme laagjes, zag ik zelfs kinderen sleeën vanaf een kunstmatig heuveltje naast de metro.

Gelukkig stond Jan me weer op te wachten op het station van Anna Paulowna en was het ontvangst warm. Hoe dichter we bij de accommodatie kwamen, hoe groener de omgeving ook werd. De wolken op het eiland waren goed weggeblazen door de zeewind, en zodoende was de sneeuw – de hele treinrit duidelijk aanwezig in het landschap – al door de zon gesmolten. Het zag er zelfs lekker warm en zonnig uit… tot je de deur opendeed en de ijskoude wind die gedachte met kracht verdreef.

Gelukkig maakt het eiland en gezelschap veel goed. Normaal gesproken ben ik niet iemand die meerdere keren dezelfde plek bezoek, maar bij dit weekend kwam ik graag terug, zelfs al was oktober nog vers in het geheugen. En daarin was ik beslist niet de enige. 10 van de oorspronkelijke 14 deelnemers deden opnieuw aan het weekend mee, oftewel de helft van de groep kende elkaar van de vorige editie. En uiteraard waren ook de lokale hulpen Jan, Freek, Inge en Ellen weer aanwezig.

Warm draaien

Een loopweekend begint uiteraard met een loopje. Slechts een half uur na de geplande tijd, waren we weer onderweg voor een kilometer of 12 op het eiland. Door de frisse wind was de temperatuur ondanks het zonnetje redelijk rond het vriespunt. Helaas betekende dit dat ergens stilstaan niet zo heel goed mogelijk was. Toch hebben we weer een aantal bekende punten gezien, waaronder de vliegtuigmotor, de munitiebunkers in de vorm van een boerderij en de haven.

Die eerste loop zat het tempo er ook wel lekker in. Zelf vond ik het ook heerlijk om er even de nodige energie uit te gooien, aangezien ik vanwege de drukte in de afgelopen week niet heel veel had kunnen hardlopen. Die onrust, die vaak bij wind erger is, kon ik er dus mooi even uitlopen.

Als toetje liepen we een stukje langs de zee met de wind stevig in de rug. Dat maakte het wel heel makkelijk om even wat snelheid erin te gooien. Al was het voor Theo niet genoeg, die moest ook nog eens de dijk op en neer zigzaggen om aan zijn hoogtemeters te komen. Waarom is vlaktetraining eigenlijk niet een ding? Vaak is vlak terrein door minder afwisseling ook heel uitdagend (denk aan de Rotterdam marathon of bijvoorbeeld de Indian Summer Ultra), maar ik vermoed niet dat dat even veel bezoekers trekt als de Limburgse ‘bergen’.

Het donkerste punt

Niet alleen overdag zijn de wolken en het spiegelend wad een mooi schouwspel. Als de zon op of onder gaat, kleurt de zon de hemel en het wad met een mooie rode gloed. Natuurlijk gingen wij ook op jacht naar dit verschijnsel, al moet je wel een beetje geluk hebben. De animo daarvoor was uiteraard nog groter, nadat Marnic vertelde dat de kranten na de vorige editie berichtten dat het Noorderlicht boven Wieringen te zien was toen we er waren. En geen van ons had het destijds gespot.

Het is niet zo vreemd dat je juist op Wieringen dit soort verschijnselen ziet. Waar het grootste deel van Nederland gebukt gaat onder lichtvervuiling, de kassen in Pijnacker en de fakkel rond Geleen om het bij de deelnemerservaringen te houden, wordt het op Wieringen nog echt donker. Er is zelfs een speciaal zitje met hemelkaart aangelegd op het ‘donkerste punt’ bij het Wieringer Eilandmuseum.

Zoals Johan Cruyff al zei: “elk voordeel heb zijn nadeel.” Want de wolken die ons die mooie luchten over het wad gaven tijdens het weekend, zorgden ervoor dat we de sterren dan weer niet konden zien. Ik voorzie dus dat Pascal tijdens een volgende editie een nachtloop/nachtexcursie zal moeten houden.

Asfalttraining

Eigenlijk zag ik dit weekend deels als een mooie asfalttraining voor Rotterdam Marathon (er is niet zoiets als te laat beginnen met trainen, hoop ik), maar dit keer bleek er geen rondje rondom het eiland te zijn. In plaats daarvan zouden we elke dag een stukje van het eiland te zien krijgen. Op vrijdag was dat richting Den Oever en langs de dijk. Op zondag richting Westerland en het binnenland. En op zaterdag was het zowaar een trail mét hoogtemeters die het lange stuk asfalt verving. Waar haalde Pascal dat vandaan? We hadden geen van allen iets van een bos gezien in het vorige weekend.

In gedachten zagen we al langzaam 3 boompjes opdoemen, die vanuit de vlakke verte al een paar straten vanaf de accommodatie te zien moesten zijn. Maar eerlijk is eerlijk, ik had het kunnen weten omdat ik de laatste etappe van het Kustpad 5-2 al meerdere keren bijna gepland had, maar inmiddels nog niet heb uitgelopen (de rest van die route al wel).

Vanuit de bus die ons dropte leek het bos zelf een beetje rechttoe rechtaan geplant. Dat kan wel kloppen: dit (productie)bos heeft een historie. Slechts drie weken voor het einde van de Tweede Wereldoorlog, op 17 april 1945, bliezen de Duitsers de dijk bij de Wieringermeer op en liep de polder onder water zodat de geallieerden de weilanden niet konden gebruiken om de troepen te laten landen bij de Afsluitdijk. De kracht waarmee het water van het IJsselmeer door de dijk spoot spoelde het land weg. Er ontstonden twee kolkgaten, en het grootste deel van de huizen en boerderijen op Wieringen moest worden herbouwd. Hoewel er in augustus 1945 al weer een nieuwe dijk lag en het land in december dat jaar al was drooggemalen, was niet alle schade te herstellen. Het zand dat de polder instroomde zorgde voor een arme grond die niet langer geschikt was voor landbouw en zodoende is hier het Dijkgatbos aangelegd. Dat bos sluit overigens aan op het voor productie aangelegde Robbenoordbos, dat al eerder was aangeplant omdat de grond na het oorspronkelijke droogmalen van de polder in 1930 niet geschikt bleek voor landbouw en de grondwaterstand te hoog bleef. (Speciale noot voor de joggers: we vonden in dat Robbenoordbos ditmaal geen lijk.)

Was het wat als bos? Ja, het was verrassend genoeg wel een echte bosomgeving. Allereerst konden we natuurlijk de lucht van het bos opsnuiven. De zachte ondergrond voelen. Achter mountainbikes aanhollen over bruggetjes en vlonders, langs slingerende paden. En tot slot erachter komen dat hier weinig wind staat en je daarom dus echt niet drie, en zelfs geen twee laagjes meer nodig hebt met het zonnetje erbij. Zelfs de sensor kreeg het pas na een anderhalf uur te koud. Wat dit keer op zich niet heel erg was, want op een afstand van rond de 20 km red ik het ook prima zonder… zeker aangezien ik aan de start eigenlijk wat te hoog zat.

Pontje

Vlak voor het eerste verzorgingspunt maken we ook de beloofde hoogtemeters. Er is zowaar een uit slib opgebouwde heuvel in het Robbenoordbos vanwaar je over het eiland kunt kijken. En de klim heuvelop is zelfs best wel steil. Leuk detail: voor de bankjes en afrastering van de top, is gebruikgemaakt van oude sluisdeuren.

Vlak na de heuvel volgen een paar slingerende paadjes langs de vaart die ons naar het pontje leiden. Het was een eenvoudig pontje waarbij je zelfs zonder wiel het touw moest vastpakken. De waarschuwing dat het pontje niet zo geschikt was bij harde wind, die ook nog eens aangejakkerd kan zijn via het rechte kanaal, leek me dan ook terecht. Maar het is altijd leuk om te zien hoe blij ook ‘grote mensen’ worden van iets eenvoudigs als een handbediend pontje of een stel stepping stones. Het is zeker een stukje dat niet in je trailroute op Wieringen mag ontbreken.

De heuvel zelf was overigens niet het opvallendste of hoogste punt wat het bos betreft. Midden in het bos vind je namelijk ook een aantal heel grote windmolens, onderdeel van Nederlands grootste windpark. Door de rode lichtjes op hun wieken, kon je die ook al vanaf de accommodatie zien. En al zie je door de bomen de molen niet, horen doe je hem zeker… Eerst dacht ik dat het wat bandengeruis van de mountainbikes was, omdat we net op een stukje verharde weg waren. Maar al snel zwol het gezoem van de molens aan tot we oog in oog stonden met zo’n reus. Naast zo’n molen van 118 m lijken de bomen slechts luciferhoutjes.

Hoewel ik de aangedane punten op de kaart niet goed raadde tijdens de pubquiz in de avond, was het wel duidelijk dat we tijdens deze lange loop vrijwel geen paden namen die in de vorige editie zaten. Daarvoor waren dan wel een paar slingers door het bos nodig, maar het blijft knap op het beperkte oppervlak van het voormalig eiland. Zelfs nadat we het bos verlieten (en het enkele laagje plots weer koud bleek), was er maar een beperkte overlap. Maar hoe dichter we weer bij de accommodatie kwamen, hoe meer herkenningspunten ik zag. Natuurlijk kon ik het ook niet laten nog even een foto te maken bij Woodhenge.

Wadlopen

Eerlijk is eerlijk, ik zag behoorlijk op tegen het Wadlopen. Ik hou van de zee en de mooie vergezichten op het wad. Maar was tegelijkertijd een beetje nerveus over het koude water, de harde wind, en de beperktere beweging waardoor we sneller konden afkoelen. Uiteraard was ik mijn val bij de vaargeul ook nog niet vergeten, en met dit weer een nat pak halen, leek me niet zo’n top idee.

De reis naar de zandbank was extreem koud. De stevige wind en koude bankjes deden ons allemaal klappertanden. Het grappigste was nog wel dat zodra iemand riep dat het aan die kant minder koud was, alle dames meteen verhuisden. Zelfs Marianne, die het met 7 laagjes nog altijd koud had.

Eenmaal op het wad was dat allemaal snel vergeten. Het water stond dit keer een stuk lager, waardoor we vrij gemakkelijk konden lopen. Zelden kwam het water zelfs maar in de schoenen. Zelfs de vaargeul was maar een paar centimeter diep. Zodoende konden we dus volop genieten van de mooie uitzichten. Weliswaar met de capuchon op tegen de wind, maar echt koud was het niet.

Einde van de ijstijd

De dagen vlogen echt voorbij. Voor ik het wist was het alweer zondag en restte ons nog een laatste loopje naar de westkant van het eiland. Of een yogales, die ik ook wel wilde volgen, maar beide tegelijk was helaas niet mogelijk.

De tocht ging allereerst door het centrum van Hippolytushoef, waar we de Halloweenmarkt met monster toch wel enigszins misten. Hoe anders ziet het er uit op een rustige zondagmorgen.

Vervolgens trokken we naar het Westerland. Hier woonden volgens Pascal vroeger de rijke boeren. En dat is vast geen toeval. Het landschap hier glooit namelijk weer behoorlijk en Westerland zelf lag bovenop de terp (hoogste punt zo’n 13 m boven NAP). De heuvels zijn ontstaan tijdens de voorlaatste ijstijd, het Saalien, zo’n 150.000 jaar geleden. Daarbij is ook veel keileem afgezet en bleven grote zwerfstenen achter.

Een van die zwerfstenen staat ook al eeuwen opgericht in een weiland: de steen van Westerklief. Waarom ouders hun kinderen altijd willen wijsmaken dat je geen gekke bekken moet trekken, weet ik niet, maar ook deze steen is er een uit de traditie: als je een gekke bek trekt, blijft deze altijd zo staan. Of met het Wieringse gezegde: als de hond blaft, de klok slaat en de steen een slag in de rondte draait blijft je gezicht zo staan.

Als groep probeerden we in ieder geval ons gezicht strak in de lach te houden terwijl we de laatste van de 16 kilometers aflegden. Het tempo zat er nog wel redelijk in en met de hulp van het zonnetje kostte het weinig moeite om vrolijk te blijven ondanks het aanstaande vertrek.

Terwijl het weekend volgens Ruud pas begon op het moment dat ik om een lift vroeg – gezien de perikelen met het OV de vorige keer – eindigde het dit keer ook met dat verzoek. Geheel onverwacht reden er zondag helemaal geen treinen. Dus alle liftplannen en mogelijkheden vervielen in een keer: zonder treinen is het in het westen moeilijk om tussen de grote steden te reizen. Beter gezegd: dan is lopen haast sneller. Gelukkig kwam het uiteindelijk allemaal goed doordat ik een lift tot aan Zoetermeer kon krijgen van Dita en Diana… en daarmee was ik zelfs eerder thuis dan verwacht.

6 antwoorden op “Het geheime waddeneiland blijft mysterieus”

  1. Alweer een fantastisch verslag van een schitterend weekeinde. Rutger bedankt voor dit mooie verslag, niets is overdreven, en zelfs extra historische informatie. 1 x lezen is niet genoeg, later noch eens nalezen en alles weer herbeleven het blijft genieten.

    Carel

  2. Zeer mooi verslag met de nodige educatieve informatie !
    Het is nog steeds nagenieten en het wadlopen waar ik ook een beetje tegen op zag is een van de hoogtepunten van het weekend geworden.
    Je hebt het zeer mooi verwoord. Mijn complimenten Rutger.

    1. Jij hebt je volgens mij inderdaad wel vermaakt op het wad, inclusief een stukje hardlopen :+1

  3. Wat een geweldig verslag weer Rutger!
    Zo leuk om het te lezen en na te genieten, zal dat meerdere herlezen!
    Bedankt Rutger!!

  4. Chapeau voor je schrijfkunst Rutger. Hartstikke mooi omschreven. Als dit geen reclame is voor het WHW!!

Reacties zijn gesloten.

nl_NLNederlands