Nog steeds geen Skye dit jaar, maar toch een sprookjesachtig landschap in Luxemburg. Ruim 40 kilometer door het het Müllerthal op de ‘zwaarste’ route van de Müllerthaltrail.
Daar we eerder dit jaar een lange vliegreis met alle coronaregels nog niet heel erg zagen zitten, boekten we een vakantie naar Luxemburg. Redelijk dichtbij, met de trein te bereiken, gratis openbaar vervoer en toch veel natuurschoon. En omdat we twee weken gingen, was er voor mij ook wat tijd om alleen rond te dwalen door de natuur.
Als eerste doel had ik route 2 van de Müllerthaltrail. Met als uitgangspunt dat dit de mooiste en meest technische was, leek me dat een goede binnenkomer om Luxemburg te leren kennen. Als je samen reist zijn de plannen immers iets minder vast en weet je nooit of je daar anders nog aan toe zult komen (uiteindelijk heb ik route 1 ook overgeslagen).
Echternach
Het kleine stadje Echternach (5.614 inwoners volgens Wikipedia) is begin- en eindpunt van zowel route 1 als 2. Voor wie graag wil wandelen is dit een superuitgangspunt, veel beter dan het plaatsje Müllerthal waar route 3 officieel begint. Omdat het voor Luxemburg met dit aantal inwoners al direct een grote stad is, is het gelukkig ook gemakkelijk met het ov te bereiken vanuit Heiderscheid.
Inderdaad: het ov is gratis en komt vrijwel overal, maar er zitten ook nadelen aan het systeem. Doordat het ov gratis is, lijkt het alsof er weinig moeite wordt gedaan om er iets van te maken. Een aansluiting van 15 minuten haal je vaak niet, bussen vertrekken willekeurig door elkaar op het 200 m lange busstation van Ettelbrück – waardoor de passagiers soms niet kunnen instappen en de bus gewoon wegrijdt, en voor sommige plekken als Müllerthal moet je tig keer overstappen. Aangezien die bussen eens per uur of per 2 uur gaan, en gezien die eerdere opmerking over de aansluiting, loont het echt om goed te kijken waar je wilt starten en eindigen als je de trails in stukjes opdeelt.
Het busstation en de stad zelf was ik echter snel vergeten. Al binnen 2 km zat ik aan een stevige klim over het onverhard. Eenmaal boven werd nogmaals duidelijk waarom Echternach zo’n goede wandellocatie is: de bomen zaten volgekladderd met de verschillende routesymbolen.
Het merkteken voor de Müllerthaltrail is een sierlijke rode M die je overal terug ziet komen op bomen – om aan te geven dat je nog op de goede route zit – en op wegwijzers die de bezienswaardigheden onderweg ook melden. Hoewel ik vaak routemarkeringen over het hoofd zie, kon ik deze trail eigenlijk volledig op de bordjes volgen. Dat was geen overbodige luxe: in het bos en zeker na een stukje door een rotsspleet, was de gps-ontvangst soms weg.
Wollefsschlucht
Nog een kleine kilometer verder en het uitzicht over Luxemburgs oudste stadje is snel uit de gedachten door de schoonheid van de Wollefsschlucht (wolfskloof op zijn Nederlands). De rotsspleet zelf bestaat uit grote platen zandsteen, waar je met uitgehouwen trappetjes door wordt geleid. Volgens de wandelgids zijn sommige platen wel 50 m hoog… al lijken ze als je omhoogkijkt eerder eindeloos.
Uiteraard moeten alle uitkijkpunten even worden bezocht. Snelheid kun je door de ongelijke tredes niet echt maken, waardoor ik en de wandelaars in dit gebied regelmatig stuivertje wisselen na het maken van een foto.
Dat een omgeving als deze uitnodigt tot mythen en legenden is niet verrassend. De huidige naam is ook uit zo’n verhaal afkomstig: in de kloof zou een schat verborgen liggen die wordt bewaakt door een zwarte hond, zoals de 19de eeuwse pastoor Adam Reiners optekende in zijn boek over lokale legenden. In het dal van de Sauer woonde een enorm slechte man, die alom gevreesd werd en die in een grot woonde waar hij achter zware deuren zijn goud en zilver veilig op kon bergen ver van andere mensen vandaan. Hij zou zijn ziel hebben verkocht aan de duivel voor de kennis om nog meer geld bijeen te liegen en bedriegen uit de monden van de armen. Maar zijn slechtheid bleef niet ongestraft: op een dag verdween zijn hele hebben en houden in een rotsspleet en veranderde de man zelf in een grote, zwarte hond. Tot op heden zou die de schat nog immer bewaken. Iedere 25 jaar zouden hij en zijn schat weer even zichtbaar worden, en als je op dat moment een rozenkrans op de schatkist en hond gooit, komt het geld je toe.
Molensteen
Het sprookjesachtige van de omgeving zo dicht bij Echternach valt eigenlijk niet te overdrijven. Dat er erg veel lokale legenden zijn die met de natuurlijke fenomenen te maken hebben is niet gek. Het volgende punt dat ik tegenkom is bijvoorbeeld de rotsformatie ‘Labyrinth’ waar mensen door gezang in gelokt zouden worden.
Van die locatie staat me weinig specifieks meer bij. Wat ik wel echt heel bijzonder vond, was de grot bij Berdorf waar de molenstenen vroeger uitgehakt werden. In de wanden zie je duidelijk de groeven van dit werkje staan, en als het licht door de gaten schijnt, krijgt het door de groene mossen een vreemde gloed. Ik kan me zo inbeelden hoe hier de stenen gehakt werden om heksen te wegen.
Bijzonder als extra weetje is dat het bedrijven van molens in dit gebied onder het alleenrecht van het klooster in Trier viel. En zij eisten dat de molenstenen enkel in de Hohllay uitgehakt zouden worden. De ‘Breechkaul’ is een plek waar honderden jaren zo molenstenen zijn uitgehakt. Later raakte de ‘mijn’ in onbruik en werd gevuld met aarde; in de jaren 70 is de plek herontdekt en uitgegraven. De Breechkaul is nu in gebruik als amfitheater en er vindt nog jaarlijks een mis in plaats ook. Het biedt in ieder geval het decor voor een mooi stripverhaal, dus misschien moet ik daar toch eens aan beginnen…
Kloven
Het gebied blijft nog lang rotsachtig met bijzondere kloven. De meeste zie ik voornamelijk op bordjes voorbijkomen, ze liggen namelijk net van de route, maar zouden wel een bezoek waard zijn. In verband met de tijd en moeizame bevoorrading besloot ik echter de standaardroute te blijven volgen.
Ik weet bovendien dat ik bijna bij een punt ben dat ik al heel graag wilde zien sinds de vakantielocatie was gekozen: de Schéissendëmpel, een uitzonderlijke waterval. Maar voor het zover is, beklim ik eerst nog de Predigerstuhl en baan me daar een weg door de spelonken richting bezoekerscentrum Heringer Millen in het plaatsje Müllerthal. Dat klinkt makkelijker dan gezegd, want er blijken wegomleidingen en een voetgangersbrug is daarbij geheel verwijderd. Een bordje dat ik uiteraard over het hoofd zag waardoor ik weer terug kon lopen.
De omleiding is een van de zeer zeldzame stukjes asfalt op deze route. Vrijwel de gehele route is in nauwelijks bewoond gebied in de bossen of tussen de rotsen. Omdat het zo’n drukke trail is, zie je nog af en toe wat wandelaars, maar zelfs dat valt heel erg mee. Zo erg, dat een dame vrolijk boven het pad staat te poepen denkend dat niemand het zou zien. Ik snap dat we allemaal wel eens moeten gaan – er staan zelfs op meerdere punten dixies langs de trail – alleen had ze best iets verder van het pad kunnen hangen. Je zult er maar intrappen… De vele zakdoekjes overal doen bovendien vermoeden dat het geen geïsoleerd geval is.
Deze afgelegen opzet van de trail heeft ook zijn nadelen en de dixies staan er niet voor niets. Zo is Heringer Millen een van de zeldzame plekken waar je iets kunt eten of drinken. En zelfs dat is niet zeker: voor eten gaat het terras pas om 12 uur open. Verder is het vrij gebruikelijk dat cafe’s na 14 uur zijn gesloten en moet je er ook niet van opkijken dat ze op maandag en dinsdag dicht blijven. Mijn tip is dan ook dat je echt alle essentiële voeding direct mee moet nemen. Het zou echter nog mooier zijn als de toerismeorganisatie naast de dixies ook wat watertappunten konden toevoegen voor de langeafstandslopers.
De Schéissendëmpel
En dan kom je eindelijk bij het meest gefotografeerde punt in Luxemburg en wat blijkt… precies hier loopt de route niet langer goed. Niet in de officiële gpx, niet op de bordjes. Blijkbaar is er een stukje pad weggeslagen, dus klauterde ik maar van het beekje omhoog naar een ‘moeilijker’ wandelpad van een andere route. Anders had ik niet bij de waterval zelf kunnen komen.
Die waterval met historische brug bleek in het echt haast niet zo te fotograferen als in de boekjes. Dit was werkelijk het enige punt op de route waar het druk was. Het is dan ook een van de weinige natuurwonderen in Luxemburg die zo makkelijk te bereiken is vanaf een parking. Het deed wel wat af aan de sfeer, maar ik heb er toch rustig wat bij kunnen eten op een steen omdat mijn bloedsuikers weer eens te ver doorgezakt waren. Dat maakte dit loopje af en toe wel vermoeiend.
Rugzak af
Een stukje verder op de route deden de hoge rotswanden weer van zich spreken. En dit maal waande ik me daarbij in een oude Batman-aflevering, aangezien de wanden op me af leken te komen in de Kohlscheuer. Eerst dacht ik nog wel dat het erg meeviel. Tot ik zelfs met het kleine racevest en zijwaarts lopend vast kwam te zitten. Het vest moest echt uit om verder te kunnen.
Vlak achter mij liep een Duitser die al snel tot dezelfde conclusie kwam. Dat was geen gemakkelijk gevoel. Het einde van de scheur was nog lang niet in zicht, wat als er iemand van de andere kant zou komen? Het voelde behoorlijk opgesloten.
Op een gegeven moment kwam daar nog een extra dimensie bij: het licht van boven viel weg. Gelukkig was ik hierop berekend en had ik een koplampje achterin het vest gestopt. Dat was nodig aangezien hier en daar vreemde opstapjes waren. Het hielp ook enorm om de grootte van de scheur in perspectief te plaatsen. Toch was ik blij toen ik eenmaal weer buiten stond.
Reformwinkel
Bij de Heringer Millen vond ik het nog wat te vroeg om bij te tanken. Maar inmiddels – na een kilometer of 30 – zat ik opnieuw laag en leek door de warmte mijn drinken ook al bijna op te zijn. Ik twijfelde nog of ik een heen-en-terugstreepje naar de duizendjarige eik zou nemen of dat ik dat stukje zou afsnijden en het dan wel met de voorraad kon uitzingen tot het eind.
Uiteindelijk leek het me toch beter om maar even wat te drinken te zoeken. Gelukkig was er volgens Google Maps een kleine supermarkt in de buurt (zoek dit echt tevoren op want netwerkverbinding voor data kan erg tegenvallen in Luxemburg). Oh wat had ik een trek in cola om de suikers snel omhoog te brengen en de dorst te lessen… alleen jammer dat het een reformwinkeltje bleek. Geen cola. Geen grote flessen water of toilet om de eigen flesjes en waterzak bij te vullen. Uiteindelijk kocht ik een ijsje, een smoothie die ik direct op moest drinken en twee kleine waterflesjes (een van de weinige producten die niet in het milieuonvriendelijker glas zat) die ik voorin het racevest propte. Die ingreep bleek later ook echt nodig: bij aankomst bij de abdij van Echternach, was alles leeg.
Rode leeuw
Inmiddels was de fut er wel een beetje uit. Opnieuw kwam ik langs grote rotsachtige stukken. Maar de zin om kleine stukjes om te lopen voor een beter uitzichtpunt was wat afgenomen.
Een van de bezienswaardigheden die hier nog is te zien, is de rode leeuw van Luxemburg. In 1939 is deze op een van de rotswanden aangebracht om de 100-jarige onafhankelijkheid van het groothertogdom te vieren. In 1839 werd de onafhankelijkheid van België officieel getekend in het Verdrag van Londen. Daarbij werd ook een deel van het groothertogdom – bij België horend sinds de Belgische opstand in 1830 – weer zelfstandig. Wrang is natuurlijk dat het vieren van de onafhankelijkheid in 1939 gebeurde aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog die deels in Luxemburg is uitgevochten.
Na deze – bijna Nederlandse – leeuw was het nog maar een klein stukje naar Echternach. Ik kon de stal al ruiken en ging relatief snel door de drukke hoofdstraat. Dat leidde tot verzuurde blikken bij de wandelaars, maar ik wilde gewoon mijn rondje afmaken en eten. Door de hoogtemeters en soms technische gedeelten, had de route al langer geduurd dan gedacht. Maar voor deze tot de verbeelding sprekende landschappen had ik het graag over. Route 2 is absoluut een aanrader.
Naschrift: extra kilometers
Hoewel de officiële route slechts 38 km meet, gaf mijn horloge aan het eind een totaal van 44,84 km en 1.365 hoogtemeters. Is dat realistisch? Eerlijk gezegd denk ik dat de waarheid in het midden licht. Er zijn wel veel redenen om aan te nemen dat 38 km veel te conservatief is: tijdens het lopen bleek bijvoorbeeld vaak dat er op het horloge een sterk vereenvoudigde lijn was te zien ten opzichte van de daadwerkelijke loop van het pad. Slingers en kronkels om een heuvel op te komen voegen zeker wat extra meters toe op een pad als de Müllerthaltrail. Daarnaast had ik nog een kilometer of 2 extra doordat ik naar een winkeltje ben gelopen en iets eerder ben gestart.
Een totaal van 42 km zou me niet verbazen. De kilometers die daar weer bovenop komen, twijfel ik wel aan. Gps is niet extreem nauwkeurig en raakt in het bos en tusssen de rotsspleten nog wel eens de weg kwijt.
Dat er in deze periode grote afwijkingen in gps-tracks zijn te zien bij anderen is hier geen issue. Mijn horloge maakt geen gebruik van de bewuste Sony chip die alles (voor de tweede keer) in het honderd laat lopen. Ik kon daardoor gewoon netjes blijven navigeren.