Van alternatieve hardlooptraining naar sport met een eigen Nederlands Kampioenschap: de Me-Mover heeft duidelijk fans. Deze eerste wedstrijd smaakte ook naar meer.
Lang voelde ik me toch wel een beetje onzeker voor het Nederlands Kampioenschap Me-Mover. Hoe snel we zouden rijden, was totaal onbekend. Hoeveel mensen erop af zouden komen – er rijden nog niet heel veel movers rond – was ook gissen. En of ik me dan staande zou kunnen houden?
De afgelopen maanden heb ik best veel op de Me-Mover gereden. Bruggetjes en heuvels gingen steeds beter en sneller. Bochten bleven problematisch, maar de afstanden werden wel langer, tot 50 km – met skinnydipstop – aan toe. Echter, op snelheid had ik nog nooit getraind. En 18 km/h is niet zo heel snel, vreesde ik. Kortom, ik straalde niet van vertrouwen voorafgaand aan mijn eerste wedstrijd.
Beneden-waar?
Een andere hindernis voor de wedstrijd was nog de locatie: Beneden-Leeuwen. Dat is een klein dorpje in de Betuwe, vlakbij Tiel. Maar uiteraard zonder eigen station. Gelukkig bood Wilma van Run on Wheels aan dat ik met haar en Aad mee kon rijden. Even twijfelde ik erover om dan een Me-Mover voor de wedstrijd te huren, maar het voelde vertrouwder om met mijn eigen karretje te gaan.
Dat kon, als ik en mijn Me-Mover naar station Barendrecht zouden komen. Dan zou Aad gelijk ook nog even naar de afstelling van mijn achterremmen kijken.
Gelukkig viel het inklappen van de Me-Mover alleszins mee. In de metro (gelijkvloers) kon ik hem zo inschuiven, de trein was even tillen, maar ook dat viel reuze mee. Ik denk dat ik in de toekomst mijn fietsje misschien wel vaker meeneem naar meer afgelegen gebieden.
Eenmaal in Ridderkerk, heeft Aad mijn remmen bijgesteld en de banden nog wat extra lucht gegeven. Ze stonden op 2,5 bar, terwijl ze eigenlijk 4 bar moeten hebben. Niet goed bijgehouden dus. Als een ware F1 mechanicien stelde Aad de druk in op 5 bar: minder rolweerstand en dus een voordeeltje voor de wedstrijd. Kan prima met het verwachtte warme weer.
Goede opkomst
Vanuit Ridderkerk vertrokken we met een groep Me-Moveraars naar het zuiden. Er hadden zich 62 deelnemers ingeschreven voor wedstrijd en toertocht, waarvan ongeveer twee derde voor de wedstrijd. Een superopkomst voor een eerste kampioenschap en dat geeft ook wel aan hoe dol de eigenaars op hun Me-Mover zijn. Leverde ook een mooie foto op.
De start leek me spannend met zoveel deelnemers. Immers, het op gang komen is wel iets dat handigheid vergt. En dan wil je niet in je rug gereden worden. Die angst was grotendeels ingegeven door hardloopwedstrijden. Zodoende ging ik maar ergens achteraan staan. Maar bij fietsen en aanverwante sporten, gaat het er toch heel anders aan toe. Die seconden haal je daar zo in. We reden dus rustig weg.
Sprintje mislukt
Het eerste obstakel op het parcours was een steile helling vlak aan het begin. In mijn eentje is dat geen probleem. Maar ik moest nu inhouden omdat het nog niet mogelijk was in te halen. En de man voor mij had nog niet eerder een heuveltje genomen. Sterker, het was zijn eerste rit (volgend jaar wint hij, vermoed ik) dus de sprinttechniek kende hij nog niet en ik moest bijna afstappen vanwege de te lage snelheid.
Soms kan zoiets me danig van de leg halen, maar in dit geval gaf het juist moed: ik haalde na de klim zo gemakkelijk weer alles in dat mij rechts passeerde op de heuvel, dat ik mijn kansen beter ging schatten. Vanaf dat moment pakte ik lekker mijn eigen snelheid. En dat ging in het begin absoluut moeiteloos. De ene na de andere reed ik op mijn dooie gemak voorbij. De wind en warmte (28 plus Celsius) waar iedereen achteraf over klaagde, merkte ik niet eens op, het was echt een flow.
Verzorgingspost
Wat erg meehielp in het bereiken van een hoge snelheid, was – afgezien van Aads ingreep – het prachtige parcours. Ik had niet gedacht dat een dergelijk groot parcours vrijwel helemaal leeg zou zijn en goed afgezet aan alle kanten. Daardoor voelde het veilig om snelle bochten te nemen, af en toe een stukje te snijden. En de bochten zelf waren overzichtelijk. Je zag ze van verre en de hoeken waren niet zo scherp als in mijn lokale routes.
Al zoevend over de dijk, langs de prachtige dijkhuisjes en met zicht over de weilanden, passeerde ik ook steeds meer deelnemers van andere onderdelen. Een half uur voor ons waren de skeelers vetrokken en een kwartier daarna de kickbikers. Beide groepen zouden theoretisch sneller moeten zijn, dus dat gaf een extra stukje zelfvertrouwen.
Voor mij voelde het alsof er nog maar een half uur verstreken was toen ik bij de verzorgingspost op de helft van de route kwam. Intussen zat er een vast groepje op een 100 m voor me. Doordat ik mijn racevest met grote rietjes aan had, was een stop niet echt noodzakelijk. Aangezien de rest ook doorreed, besloot ik het rustmomentje over te slaan.
Gedubbeld
Eigenlijk reed ik continu op de hartslag die ik normaal bij een snelle 10 km wedstrijd heb. Eenmaal voorbij het uur, begonnen mijn benen toch langzaam te verzuren, zo rond het nog 10-km-te-gaan-bordje. Maar die groep zat nog altijd vlak voor me, dus ik beet me vast. De ideeën van toertocht had ik in de eerste helft al achter me gelaten, nadat ik zoveel Me-Movers had ingehaald dat een plekje in de toptien er in kon zitten.
Langzaam verdwenen er een paar rijders uit de eerste groep. Bij een viaduct won ik met klimmen weer een plaatsje. Maar in bochtenwerk was de groep echt mijn meerdere. Ik remde meer bij scherpe bochten en moest dat steeds inhalen. Dat ging redelijk tot ik een groepje skeelers niet goed voorbijkwam. Waar de achterste skeeleraars naar rechts gingen bij de bel, dacht de voorste dat links ook goed was. De daardoor toegenomen afstand kon ik niet meer goedmaken.
Met de groep voor me uit zicht, voelde ik de benen langzaamaan weer protesteren. Gelukkig kwam Beneden-Leeuwen in zicht. Op de klinkerweggetjes van het dorp werd ik vlak voor de finish zelfs nog gedubbeld door de wedstrijd skeelers die twee rondjes deden. Ook dat voelde ik in mijn benen.
Bij de finish aangekomen, zag ik dat er toch al wat meer Me-Movers waren gearriveerd dan verwacht. Mijn tiende plek bij de mannen (1 uur 26 minuten en 9 seconden op 33,5 km) was echter al een superprestatie voor mezelf. Ik had niet gedacht aan zo’n hoge gemiddelde snelheid te komen. Qua tijd zou ik sportief gezien ook nooit dichterbij Mireille Baart (winnaar vrouwen) in de buurt komen dan nu: zij was zo’n 7 minuten sneller. De dag erna won Mireille ook de halve marathon in 1 uur 22 minuten en 55 seconden, een half uur sneller dan mij… Ik verwacht dan ook dat ze volgend jaar nog veel sneller zal gaan. De mannelijke winnaar van het NK Me-Mover – ook een hardloper – was nog weer eens een minuut of vier sneller.
De hele wedstrijd heb ik zelf ongeveer gepresteerd op 10 km hardloopwedstrijdeffort. Ik was na afloop dan ook even uitgeteld. Iets wat ik bij hardlopen nooit meer heb, ook omdat ik niet heel competitief loop. Dat moveren een goede training is qua inspanning, blijkt hier nogmaals uit.
[activity id=2668163743]