Müllerthaltrail route 3: kastelen en watervallen

Net als route 2 gaat dit deel van de Müllerthaltrail ook langs rotsachtige gebieden. Maar hij is qua landschap iets gevarieerder. Welke route is mijn favoriet?

Na de bijzonder fraaie route 2, was ik benieuwd of route 3 net zo sprookjesachtig zou zijn. Een mooie toevoeging op dit stuk zijn ook de ‘romantische’ burchten, die je op het onherbergzame tweede deel niet tegenkomt. Niet dat de omgeving van route 3 nou zo dichtbevolkt is… dat is het eigenlijk alleen in Luxemburg stad zelf. 

Dat het dunbevolkt is, blijkt ook wel uit mijn startpunt. Dat is niet bij het plaatsje Müllerthal, waar de route en gpx normaliter starten, simpelweg omdat dit met openbaar vervoer heel lastig is te bereiken vanuit Heiderscheid (vanuit Echternach is het redelijk te doen). Ik heb hier later nog gewandeld, maar daarvoor was ik dankzij de gebrekkige aansluiting van kwart voor 8 tot 11 uur onderweg! Gelukkig was de grootste plaats op de route, Larochette, wel goed te bereiken.

Weilanden

Eigenlijk was mijn grote hoop dat de route in Larochette ook langs het kasteel zou leiden, maar dat bleek niet het geval. Althans, ik mocht direct na de kerk omhoog op een heuvel van waaraf ik het kasteel kon zien. Misschien is dat maar beter ook; net als veel kastelen in Luxemburg, is Larochette eigenlijk een ruïne, de burcht zelf is al in 1565 verwoest bij een brand.

De start van de route viel me eerlijk gezegd een beetje tegen. Het ging snel heuvelop via een trap en vervolgens was het vooral wat minder spannend terrein dan tijdens route 2. Misschien was ik inmiddels ook wel iets te verwend, want de veldwegen en bosweggetjes zou ik normaal beslist wel kunnen waarderen. Ook de glooiende weidelandschappen mogen er beslist wezen. Gelukkig werd het landschap al snel weer bijzonderder terwijl ik Müllerthal naderde.

Kallektuffquell

Waar ik tijdens route 2 nog dacht dat de Schéissendëmpel de mooiste waterval van Luxemburg was, kwam ik vandaag langs een minder bekende, maar eigenlijk veel mooiere waterval, de Kallektuffquell. Zelfs de weg ernaartoe was bijzonder: ruim een halve kilometer aan vlonderpaden langs het riviertje de Enz. En dat deint zo lekker als je er op snelheid overheen gaat…

Wat de Kallektuffquell zo bijzonder maakt? Het heldere water, maar vooral de kleuren. Niet alleen van het groene mostapijt waarover een kleine stroom naar beneden loopt, maar ook van de stenen direct achter de waterval. Die zijn bont gekleurd door mossen en roodbruine ijzertinten. Qua sprookjesachtigheid een nieuw hoogtepunt voor Luxemburg en vrijwel onbegrijpelijk dat deze bron minder bekend is dan de Schéissendëmpel. Komt het doordat hij wat verder van de parkeerplaatsen ligt? In ieder geval ben ik blij dat het hier zo rustig is. Een ideale mediteerplek met het geklater van de waterval.

Een klein stukje verder en je bent boven bij de eigenlijk bron, een bekken waaruit het water naar beneden stroomt. Dit water heeft kalk uit het lokale zandsteen opgelost dat vervolgens – geholpen door menselijke ingreep – zich afzet op de rotsen van de waterval als kalktuf, waarop allerlei bijzondere mossen kunnen groeien. In het bekken zelf is ook een heel diverse flora en fauna met kleine kreeftjes.

Na deze bron ging het weer naar de Heringer Millen via de Schéissendëmpel, deels over een mooie nieuwe brug langs de rotswand. Heringer Millen was dit keer halverwege mijn route, dus ik hoopte hier ook even wat te eten en drinken. Dat leek bijna in het water te vallen omdat ik te vroeg was voor de echte opening van het terras (ik was er rond half twaalf en taart is hier voor die tijd eigenlijk niet verkrijgbaar). Gelukkig bleek het wel mogelijk om dingen te bestellen om direct mee te nemen: een cola en een ijsje konden er gelukkig vanaf.

Pauselijke bewegingen

Na het ijsje bij de Heringer Millen vond ik dat het wel nodig was om er weer wat snelheid in te gooien. Uiteindelijk wilde ik niet te laat terug zijn in het vakantiehuisje. Zo ging ik dus verder op mijn weg om een 100 m later opnieuw te moeten stoppen: de gpx begon en eindigde op dit punt, en omdat ik de route niet had aangepast aan mijn startpunt, finishte het horloge. Met als gevolg dat de route niet langer werd getoond en opnieuw ingeladen moest worden.

Die vertraging wilde ik snel weer inlopen, dus ik zette flink af. Ik liep daarbij op een simpel rechttoe, rechtaan grintweggetje, maar doordat ik afgeleid was, is juist dat een ideale ‘afgrond’. Nog tijdens de versnelling voelde ik dat er iets niet helemaal goed ging… en de tijd vertraagde zoals in een cartoon van Wiley E. Coyote. Ik voelde mezelf in slow motion richting de scherpe stenen gaan. Normaal lukt het mijn lijf dan nog wel redelijk om zich zo voor de impact te manoeuvreren dat het niet heel hard aankomt, maar dat lukte niet helemaal dit keer. En dus landde ik vol op mijn linkerborstkas, met als gevolg een erg pijnlijke rib, hoogstwaarschijnlijk gekneusd, en een paar diepe, bloedende schrammen.

De volgende vijf minuten kon ik dus besteden aan het checken van alle vitale functies en wassen van de wonden. Omdat er op sommige plekken toch wat stroperig bloed druppelde, besloot ik ook wat verband uit mijn ehbo-kit te halen om te zien of de schrammen echt diep waren. Dat viel gelukkig mee; drogen aan de lucht zou waarschijnlijk praktischer zijn dan een pleister gezien de grootte en hoeveelheid van de sneetjes. En daarmee kon ik dus – op iets lagere snelheid door de verkramping en rib – weer verder met de tweede helft van mijn tocht.

Beaufort

Bij veel trails in Limburg is er wel een kleine beekpassage, een stukje water dat je moet doorkruisen. Leuk – ook voor foto’s – en verkoelend voor de voeten. Helaas bleek het volgens de wandelgids te doorkruisen beekje er dit keer geen zin in te hebben. Het water stond te laag, waardoor zelfs de stepping stones niet nodig waren. Mocht je een andere periode in Luxemburg zijn, dan is de kans groot dat het landschap door de vollere beekjes zelfs nog fraaier is.

Na de wat eenvoudiger paden van de ochtend, volgden nu weer echt bijzondere stukken in het Befort (of Beaufort). Lange tijd volgde ik een beekje, de Haupeschbach, over een natuurpad waarbij ik af en toe ook echt op rotsen langs de oever moest lopen. Overal in de stroom waren bloeiende bloemen en watervalletjes. Watervalletjes die hier gelukkig nog echt sterk stroomden. En waar af en toe fraai gekleurde vogels kwamen rondsnoepen.

Het pad leidde uiteindelijk naar een romantische burcht die heel goed bij het pad paste. Eigenlijk zou ik hem wel willen bezoeken – misschien wel vooral omdat ik best weer iets te drinken lustte nu ik rond de 30 km had gelopen – maar dat leek me toch iets te veelt tijd te kosten. En uiteraard is het de vraag of er echt zoveel te zien is in de ruïne die na de Eerste Wereldoorlog nog als steengroeve diende voor de wederopbouw.

Nederlands

Nadat ik begon te denken over het restaurantje in het slot, kreeg ik toch wel echt honger en dorst, maar niet genoeg om entree puur daarvoor te betalen. Het dorpje zelf leek me ook te klein voor supermarkt of veel andere voorzieningen. Gelukkig stuitte ik op een bordje van L’Auberge Rustique.

Het grappige aan Luxemburg is dat het heel moeilijk is om een taal te kiezen op een terras. Letzenbuergs spreek ik niet, dus probeer ik het meestal in het Duits. Dat begrijpt de helft van de mensen, zelfs al is het een officiële taal op school, veel werkers in Luxemburg komen uit omringende landen als Frankrijk en (Waals) België. Mijn Frans is dan weer niet goed en zij spreken praktisch geen Engels. Tijdens gesprekken wordt daarbij de taal vaak ook meerdere keren veranderd, net waarin je de uitdrukking het best kent. Dit keer hoefde ik me echter geen zorgen te maken: de Auberge richtte zich op Nederlanders, en dat maakt het een stuk makkelijker om gekke wensen als meerdere cola’s en een stuk taart rond lunchtijd te vragen.

Ik leerde ook dat de Auberge – voornamelijk een hotel – express afweek van de openingstijden van andere horeca. Als hotel moest er immers toch wel altijd iemand aanwezig zijn en er kwamen behoorlijk wat gasten langs. De dame bediende dan ook twee terrassen plus een binnenruimte en er was ook nog een theetuin waar je bij drukte kon gaan zitten. Vlotjes zat ik er aan de appeltaart met ijs en slagroom, plus een grote pul cola light om de dorst te lessen. 

Het bordje op het pad was overigens relatief recent. Vroeger liep de route van de trail bovenlangs, voor het hotel. Nu op een wandelpad dichter bij de beek. Voor wie ter plekke zoekt: Google Maps geeft het niet als eetgelegenheid, maar dat is het wel. Ga na het trapje omhoog direct naar links als je op de weg bent (ik zag eerst ook de luifel niet) en je bent er binnen een meter of 80.

Uitkijken

Voldaan van het eten zette ik het laatste stukje naar Larochette in. Opnieuw merkte ik dat de wegen hier wat eentoniger waren. Ik rook de stal en kreeg er een beetje genoeg van. Tot ik wat dichterbij het stadje kwam.

Opnieuw volgde er een korte beklimming en zo kwam ik bij een uitkijkpunt terecht vanwaar je het stadje Larochette en de burcht heel mooi zag liggen. Dat gaf nog een beetje extra puf om door te lopen.

Toch moest ik nog iets langer wachten. Het gebeurt vrij zelden dat mijn bloedsuiker omhoog begint te lopen aan het einde van een tocht (het laatste eten was al even geleden, al had ik natuurlijk geen middaginsuline genomen). Mogelijk komt dat omdat ik langzamer liep dan normaal doordat de rib toch wel pijn deed. In ieder geval was een kleine correctie noodzakelijk. De angst voor te snel dalen met insuline tijdens activiteit leek me hier niet heel relevant meer. Ik moest nog hooguit 2 kilometer voor ik weer bij de bus was. Eenmaal in die bus waren de bloedsuikers al snel weer op de waarden die ze zouden moeten hebben, waardoor ik weer gerust terug naar ons huisje kon reizen.

Over bloedsuikers gesproken, deze dag ging qua diabetes sowieso volledig anders dan route 2, waarbij ik moest blijven eten. Inmiddels had ik de langwerkende teruggebracht vanwege de hogere temperaturen en de vele uren in de buitenlucht. Dat betekende dat de bloedsuikers redelijk stabiel (tot te hoog) bleven, waardoor ik vrij weinig eten nodig had. Naast de uitstapjes qua eten, heb ik twee zakjes haribo gebruikt en twee softflasks met Generation Ucan. Dat valt best mee als je vrijwel een hele werkdag onderweg bent.

4 antwoorden op “Müllerthaltrail route 3: kastelen en watervallen”

    1. Dank je, gelukkig val ik niet extreem vaak… Alleen duurt het met ribben wel even voor het weer normaal voelt, zoals je straks ook in deel drie kunt lezen.

    1. Hij is absoluut de moeite waard. En Luxemburg is sowieso erg mooi, ik heb me in twee weken geen moment verveeld.

Reacties zijn gesloten.

nl_NLNederlands