Hoe gaat het als je een NS-trail nog een stationnetje door laat boemelen? In plaats van Tilburg-Boxtel, verlengde ik tot Den Bosch. En een verdere fascinatie met gele hekjes: CRAW.
De afgelopen tijd is het erg druk met lopen voor de GVRAT. De originele 1.022 km heb ik natuurlijk al gehaald, maar voor de 1.000 mijl moet er echt nog even doorgelopen worden. Zodoende komt dit verslag eigenlijk een weekje later dan gepland. En toch wil ik verder met dit hoge kilometrage, ook na afloop van de GVRAT. Lees onderaan dit bericht dan ook mijn oproep voor leden van het nieuwe Lazarus Lake evenement, de Circumpolar Race Around the World. Er komt een eigen team T1eD Together voor lopers met diabetes en mensen die hen een warm hart toedragen.
Op 1 augustus had ik eigenlijk een loopafspraak met Ramona om gezamenlijk te trainen voor Indian Summer. Helaas bleek het nog hartje zomer met temperaturen tot boven de 30 ºC. Ramona zag het zodoende niet zitten om laat te beginnen, wat nodig was voor afreizen naar Breda, waar we de eerste twee etappes van het Hertogenpad op het programma hadden staan. Als alternatief leek het Grote Rivierenpad me wel wat. Maar hoewel dichter bij huis, had ook deze route een probleem: hij start in Hoek van Holland. Vanwege de verwachte stranddrukte, werd het de dag tevoren al afgeraden om daar heen te reizen. Voor Rotterdammers is het de strandlocatie… dus zat er niets anders op dan apart te lopen. Ramona vroeger dicht bij haar huis, ik op een nog te bepalen plek.
Het leek me een goed idee om niet direct het Hertogenpad te doen, maar eerst even te kijken naar iets bosrijkere alternatieven. Noord-Brabant was daarbij nog steeds de grote kanshebber qua locatie, aangezien het relatief snel bereikbaar is vanuit Pijnacker en er veel bossen zijn. De Veluwe en Utrechtse Heuvelrug zijn iets verder, zeker als er werk aan het spoor- en metronet is. Mijn idee was om de NS-MST Brabantse Vennen nog een keer te lopen en deze iets uit te breiden tot de gewenste 35 km door hem om te leggen naar Den Bosch. Daarvoor heb ik enkel een paar punten geselecteerd waarbij werd aangegeven dat de paden erg mooi waren. Komoot mocht de rest plannen, alsof het een wandelpad was en ik keek vooral of de hoeveelheid onverhard groot genoeg was.
Ecoduct
De vorige keer dat ik deze route liep, samen met Hans Verbeek die op speciale sokken liep, lag er nog sneeuw en ijs. De Brabantse Vennen op de route waren beloopbaar en het was zelfs zo koud dat onze adem ijskristallen vormde. Nu met boven de 30 ºC in de zomer zou het er vast heel anders uitzien. Foto’s van de stationsklok hoefde ik in ieder geval niet te nemen. Omdat het laatste stukje van de route ons de vorige keer zo tegenviel, het gaat dwars door de industrie van Boxtel, liet ik de route vlak voor het dorp zelf al afslaan.
Vorige keer viel het al op dat het een aardig stukje de stad uit lopen was. Ook nu ik langere lopen gewend ben, viel dat me een beetje tegen. Het eerste stuk – met kleine omleiding wegens een verbouwing van een plein – is een beetje saai. De route begint eigenlijk pas een beetje als je bij een vreemdsoortige brug annex ecoduct aankomt. Het lijkt een doodnormaal viaduct, maar er is een soort park bovenop gebouwd en een deel van de weg is onverhard. Dankzij een bootcampgroep was het grappig genoeg een van de drukste stukken op de route. Waar Zuid-Limburg en Zeeland erg druk waren met toeristen, leken de Brabantse terrassen en dorpjes onderweg wel uitgestorven. Zou dit nu komen door alle negatieve berichten door de grote corona-uitbraak na carnaval?
Vennen en varens
De vorige keer dat ik deze route liep, ging het best snel. Dat zat er dit keer niet in: het was al vroeg erg warm – zeker het eerste deel in de stad – en helaas ging de bloedsuiker weer vrij hard naar beneden. Ik had weliswaar een Generation Ucan opgedronken voor de start, maar waarschijnlijk had ik dit toch iets verder tevoren moeten doen. Traag beginnen gebruiken velen als strategie voor een even wedstrijd, maar bij mij werkt het vaak demotiverend. Continu snel doorlopen is daarna moeilijker.
De route was in het groen anders, maar zeker niet minder mooi dan midden in de winter. Waar ik me van de vorige keer echter nog veel zand kon herinneren, bleek dat dit keer eigenlijk best mee te vallen. Zou ik gewoonweg meer gewend zijn?
Het stuk dat ik de vorige keer het mooist vond van de route, is wel gelijk gebleven: de bossen bij Oisterwijk. De varens stonden er nu prachtig bij op het pad dat meekronkelt met een klein beekje, de Rosep. Ik ben daar vast ook wel een minuut of tien bezig geweest omdat ik het graag op de foto wilde hebben. Natuurlijk net op zo’n moment dat de suikers eindelijk wel goed liepen. Maar ja, dit kon ik niet laten liggen.
Voor de Kampina kreeg ik in de zomer zelfs nog een stuk meer waardering. Rond de vennen en beekjes groeiden veel bloemen, waren ongewone vogels en vlinders te zien. Maar het mooiste zijn nog wel de ‘wilde’ paarden. Deze stonden rustig op een kluitje te grazen, waardoor ik ze vrij dicht kan naderen.
Asfaltfuik
Na de Kampina kwam het moment dat ik mijn eigen door Komoot gecreëerde route zou volgen. Het was al redelijk dichtbij Boxtel en dat betekende direct een stukje gewone weg en fietspad als ondergrond. Meteen begon ik me zorgen te maken: de route had veel paden die wel stonden als onverhard, maar zouden dit even goed fietspaden/stoepen kunnen zijn? Was er wel genoeg bos en dergelijke naar Den Bosch? Of had Komoot misschien gewoon een gemakkelijke snelle route gepland?
Het mentale deel van lopen is voor langeafstanden het belangrijkste en dit hielp daar niet bij. Zodoende begon ik weer stukjes te wandelen. Dat terwijl het tempo al zo laag lag. Gelukkig verandert het pad op een gegeven moment vooral naar een soort brede zandweg. Het zijn niet de singletracks of kronkelige boswegen die je zelf misschien zou uitzoeken – waarschijnlijk toch ook een gevolg van efficiëntie via Komoot – maar het was een goed loopbare ondergrond. Hier en daar afgewisseld met een klein stukje verhard of echt bosweggetje. Naarmate Den Bosch dichterbij kwam, zette ik David Lee Roth op om al bluesrocky weer wat tempo te maken op de paden.
Eigen omgeving
Eerder vertelde ik al dat ik in 2007 in Den Bosch en Boxtel werkte voor het tijdschrift Cement. Terwijl ik Den Bosch dichter naderde, begon ik me steeds meer af te vragen hoe goed ik die plaatsen echt kende. Ik woonde in het centrum van Den Bosch, maar de natuur – ik had destijds veel meer last van hooikoorts – eromheen had ik nooit echt bekeken. En die natuur is absoluut betoverend.
Ik loop door een bos, en kijk tegen een grote aarden wal met daarvoor water, vlakbij de Lunettenkazerne en IJzeren Man. Het is zo jammer dat dit niet goed op foto’s overkomt, maar in het zwarte water, drijven allemaal waterlelies, die een bijzonder contrast vormen met de grote bomen en aarden wallen. Als Monet dit zou zien, zou hij er zeker zijn gaan schilderen.
Even later kom ik bij het Fort Isabella, die ik expliciet in mijn Komoot-route had gepland. Ook vanwege de typische stervormige vesting die op de kaart was te zien. Het fort dient al vele eeuwen als een van de verdedigingslinies van Den Bosch. Het is genoemd naar aartshertogin Isabella (1566-1633), een dochter van de Spaanse koning Filip II. Tegenwoordig zitten op het kazerneterrein vooral kleine startups en elektrische fietsverhuur. Het wordt omgebouwd tot woonterrein. Een van de mooiste elementen die is overeind gebleven van het fort – wallen en grachten zijn grotendeels verdwenen – is de wachthuis met onderpoort uit de 18de eeuw. Het gebouwtje heeft als bijnaam ‘de puist’, het staat over een kunstmatige heuvel midden op het terrein.
Maar Den Bosch heeft nog meer verrassingen in petto. Mijn Komoot-route komt samen met het Pelgrimspad vlak buiten Den Bosch. De route loopt langs de oever van de Dommel en er opent zich een indrukwekkend vergezicht naar Den Bosch. Bijna daar.
Het laatste stukje bracht me weer bij iets dat we aan het begin van de route ook al hadden: een ecoduct. Een nieuwe luxe wijk aan de andere kant van het spoor heeft een groot viaduct over het spoor dat al diverse prijzen heeft gewonnen. Het is gemaakt uit cortenstaal (roestig uiterlijk) en bovenop is een parkje met bloemen en bomen.
Een klein stukje lopen later en ik ben bij het station. Tijd voor een omelet. De tijd van deze route was niet om over naar huis te schrijven, maar ik heb toch weer 36 km toegevoegd aan mijn GVRAT-doel.
CRAW: T1eD Together
Gesproken over GVRAT: ja er waren ook gele hekjes in het Kapellebos. Voor wie het niet weet: de Barkley Marathons – net als GVRAT georganiseerd door Lazarus Lake (Gary Cantrell) – begint ook bij een geel hek. En dat hek zien was eigenlijk heel toepasselijk. Want het begint tijd te worden voor volgende plannen, nu GVRAT ten einde komt. Dat begrijpt Cantrell ook en daarom komt hij met een nieuwe uitdaging, de Circumpolar Race Around the World (CRAW).
CRAW duurt veel langer dan GVRAT. Het is een race waarbij je over de wereld gaat en in totaal 50.000 km aflegt als team van maximaal 10 lopers of als team met multisporters (maximaal 5). De route is verdeeld in 12 secties, waarbij je eventueel uit kunt stappen. Maar het doel is uiteraard het geheel te lopen. En dat moet tussen 1 september dit jaar en 31 december 2021.
GVRAT heeft er zeker voor gezorgd dat ik meer ben gaan lopen en wandelen. Dat zou ik graag willen voortzetten, zeker met de fijne begeleidende Facebookgroep. Daarom heb ik besloten een groep op te zetten speciaal voor type1 diabeten en mensen die betrokken zijn bij diabetes (met een hart voor diabeten). Het team heet T1eD Together, vraag me en ik geef het wachtwoord om aan te melden.