Na een vlucht van bijna 22 uur arriveerde ik voor een congres in Denver. Natuurlijk kon ik daar het outdoorparadijs Boulder niet links laten liggen. Maar loopt het een beetje daar in de States?
Het is even wennen, van vlak onder zeeniveau naar een weekje in Denver, de Mile High City. Sorry, de dag durende vlucht was dus niet zo spannend, maar het leven op een hoogvlakte een mijl boven zeeniveau, is dat wel.
Op hoogte is het zuurstofgehalte in de lucht een stuk lager. Dat betekent dus dat je lichaam zich aan moet passen aan het zuurstoftekort door meer rode bloedcellen aan te maken. Hierdoor heb je vervolgens weer een voordeel als je na een hoogtetraining op zeeniveau gaat lopen, want je kunt meer zuurstof verwerken en dus beter presteren. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat Nederlandse topatleten naar de Riftvallei in Kenia gaan om te trainen. En Amerikaanse elitelopers trainen in het vlakbij Denver gelegen Colorado Springs. Dat beloofde nog wat voor de terugkomst in Nederland.
Voor mij betekende het in ieder geval dat ik de dag na aankomst bijna doodging tijdens het lopen. Het idee was een rondje van een kilometer of 10 langs het lokale meertje (Sloan’s Lake), maar ik besloot dit ietsje in te korten. De lange reis, de warmte, de droge lucht, maar vooral het continue gevoel met een ballon in je longen te lopen waren me te veel. Verder was het langs dit meertje erg druk met hardlopers en wandelaars. Qua snelheid kon ik vreemd genoeg nog goed met hen meekomen.
Straatcultuur
Vooraf maakte ik me enigszins zorgen over de beschikbaarheid van goede looproutes. In de parken zouden veel zwervers zijn en of er nu echt veel voetpaden waren, was ook nog een vraag. De zwerverproblematiek bleek gelukkig mee te vallen in het deel van de stad waar ik was, maar het klopt dat sommige parken er behoorlijk onder te lijden hebben. Mogelijkheden voor hardlopen en wandelen waren er gelukkig wel: Colorado is de fitste staat van de VS en je bent er zeker niet de enige op straat die hardloopt.
Toch werkt het in de praktijk wel iets anders dan in Nederland. Het was vooral druk rond het parkje, in de woonwijken zag ik weinig mensen, ondanks dat er veel stoepen aanwezig waren. Ook trainen de meeste lopers rond zonsopgang of zonsondergang. Effectief gezien is dat dus tussen 5.30 uur en 9.00 uur en rond 19.00 uur tot 21.00 uur: de dagen zijn kort, zonnig en er is geen straatverlichting. Bovendien neemt de zwerverproblematiek toe na zonsondergang.
Ook raar zijn de megagrote wegen die je hier en daar moet oversteken. Vier of zes banen op een weggetje met hooguit een handvol auto’s. Een van die megawegen stak ik blijkbaar al direct op de eerste dag van het congres verkeerd over. De weg was praktisch leeg op een heel langzaam naderende auto na. Ik stak over. Het bleek een politieauto – modelletje vrachtwagen – vanwaaruit een agent op mij neerkeek. Volgens hem had ik moeten oversteken bij de verkeerslichten ruim 200 m verderop. Het was erg bedreigend. Geen vriendelijke groet, en het was duidelijk dat ik mijn mond moest houden en niet met een verontschuldiging of verklaring moest komen. Hij bleef maar tegen mij schreeuwen ‘Take this warning’ tot ik enigszins verward een foldertje van hem aanpakte. Dit staat echt heel ver van de deëscalerende manier waarop de Nederlandse politie optreedt en doet je beter begrijpen waarom er protesten tegen de politie in de VS zijn.
Zonsopkomst
Niet alleen de hoogte, ook het tijdsverschil speelde me enigszins parten. In Denver is het 8 uur vroeger dan in Nederland, waardoor ik geen flauw idee meer van de tijd had en continu met een hongergevoel rondliep. Gelukkig bleken de bloedsuikers er weinig last van te hebben. En een ander voordeel: omdat ik toch geen idee van de tijd had, kon ik ook met zonsopgang lopen, aangezien het congresprogramma anders geen tijd overliet om in het daglicht te lopen. De tweede loop ging gelukkig ook al een stuk beter, wat me hoop gaf voor de hike die ik met Fresh Tracks Hiking zou gaan doen op mijn vrije dag.
Die hike had ik al tevoren gepland, omdat ik graag actief bezig wilde zijn en de mooiste plekjes in de omgeving wilde zien. Volle bussen met toeristen vond ik wat te druk, dus deze kleinschalige aanpak leek me ook daarom ideaal.
Samen met fotograaf Tyler en medetoerist Devon vertrok ik zodoende rond 4.30 uur richting de Flatirons bij Boulder; het zachte licht van de zonsopkomst is nu eenmaal geweldig voor foto’s. Al is op de eerste foto’s duidelijk dat ik nog niet helemaal wakker was.
Nadat de zon was opgekomen, vertrokken we naar een hiking trail bij Boulder zelf. Boulder is zeg maar de hoofdstad voor buitensport in de VS. Je hebt hier veel trailrunners, hikers, bergbeklimmers en wielrenners. Doordat het kleine stadje ook een wereldvermaarde universiteit heeft, is de gemiddelde leeftijd onder de 30, wat het actieve karakter ook zeker goed zal doen. Je vindt er bovendien een leuke alternatieve scène met modeltekenclubs, esoterische winkels, duurzame bedrijven als Celestial Seasonings en het hoofdkantoor van onder meer Outside magazine en Yoga Journal (dat toevallig tijdens mijn bezoek een artikel over naakt hardlopen heeft; het wordt nog wel eens wat met de VS).
Voorzichtig
Bij het begin van de trail in Boulder, ging het helaas even mis toen Tyler van een wiebelig hekje viel terwijl hij een foto van Devon maakte. Oef… dat beloofde nog wat. Gelukkig was de grootste schade een afgebroken stukje van de zonnekap van een van de lenzen en wat blauwe plekken bij Tyler. Ongelukjes gebeuren ook altijd op plekken waar je ze het minst verwacht, juist omdat je dan minder voorzichtig bent.
Enigszins geschrokken, vervolgden we onze weg op het pad. Daarbij merkten Devon, afkomstig uit Michigan dus eveneens van zeeniveau, en ik dat inspanning hier nog altijd wel meer moeite kost. Maar het pad omhoog was vooralsnog een vrij gemakkelijk gravelpad. Toch waren er volgens Tyler soms al wel klanten die het daar al te zwaar vonden vanwege de ijle lucht en de steilheid en die zodoende rechtsomkeert gingen. In dit geval was hij echter bang dat Devon en ik de betere conditie hadden en hij juist moeite zou hebben om ons bij te houden.
Onderweg kwamen we een paar rupsennesten, herten en wat chipmunks tegen. De gevreesde wilde dieren bleven uit. Die waren er echter wel degelijk in deze streek. In Denver zelf waarschuwen ze voor coyotes. In de lager gelegen stukken zijn ratelslangen, in de hoger gelegen stukken vooral elanden, die vanwege hun grootte en territoriumdrift het gevaarlijkst zijn. Op de hoogte waar wij liepen kom je af en toe een beer tegen, al zou die volgens onze gids niet heel gevaarlijk zijn. De poema (mountain lion) komt er ook voor, maar die had Tyler nog nooit in het echt gezien.
De route zelf was verder nergens echt heel moeilijk. Hier en daar moesten we over wat stenen wandelen, maar over het algemeen lagen die goed vast, waardoor het nergens onveilig voelde. Gelukkig maar, want sinds mijn val in Lanzarote jaren geleden heb ik nog steeds een beetje last van hoogtevrees, zeker als er veel los grind is. Wat me ook wel iets weerhoudt, is het hypogevoel dat ik krijg zodra mijn spieren gaan trillen of als ik niet helemaal horizontaal meer sta. Ook zo’n ingebakken vrees.
Devon was nog wat te jong voor dat soort angsten en dat betekende ook dat zij vrijwel overal op de route durfde te poseren. Heel af en toe waande ik me bijna in zo’n scene waarover je leest in de kranten: influencer stort in ravijn bij het nemen van een selfie. Toch hielden we het allemaal redelijk veilig. Tyler paste goed op ons en nam zelf waarschijnlijk nog het grootste risico terwijl hij fotografeerde. Het is misschien jammer dat ik niet overal durfde poseren, maar ja, ook die angsten zijn een deel van mij.
Dat niet iedereen even veel last had van hoogtevrees werd ook al snel duidelijk door de bergbeklimmers die van alle kanten plotseling voorbijkwamen. Zij kozen echt steeds voor de moeilijkste routes. Dat het er zoveel zouden zijn, had ik – zeker op dit tijdstip – niet verwacht. Maar het geeft de status van sportmekka nog eens goed aan. Grappig genoeg waren de hikers vandaag in de minderheid, al kwamen we onderweg nog wel een andere type 1 diabeet tegen. Toch leuk dat je elkaar herkent door de sensor (ook op het congres ontmoette ik een andere type 1).
Ondanks de drukte op de trails – die aan de auto’s op de parkeerplaats bij vertrek te zien, nog sterk zou toenemen – hadden we ook de nodige tijd voor bezinning. Helemaal bovenaan de route namen we een pauze van een kwartier om in stilte bij het uitzicht te mediteren. Van Tyler moesten we daarvoor onze telefoon en rugzak achterlaten voordat we een mooi plekje zochten om te zitten. Zelfs al had ik deze week een stuk minder social media gebruikt – simpelweg vanwege tijdsverschil en internetkosten – toch was het nog bevrijdend om even helemaal in stilte te zitten en je hoofd leeg te maken.
Meow Wolf
Grote stukken van onze hike waren eigenlijk ook wel goed te doen als je ze zou willen hardlopen. Dat gold helemaal voor de terugweg, waar het op stukken vaak zelfs makkelijker zou zijn om gewoon downhill te rennen. Maar vanwege de twee zware camera’s (voor elk type lens een body) zou dat voor Tyler niet te doen zijn; dus hielden Devon en ik ons in.
Eenmaal terug bij de auto hadden we zo’n 9.000 stappen gezet. Daar moest ik wel even om lachen, omdat veel mensen geloven in de 10.000 stappen per dag voor inspanning. De ene stap is niet de andere, en geloof me, de inspanning was er zeker. Op deze paadjes wandel je nu eenmaal ook niet zo snel.
Wie vroeg begint, is vroeg terug. Een uur of 6 na vertrek was ik weer terug bij mijn AirBnb. Even twijfelde ik of ik nog een keer zou gaan hardlopen in de omgeving bij wijze van afscheid. Toen bedacht ik me dat een derde keer diezelfde route rond het meer misschien niet de meest interessante invulling van mijn tijd zou zijn en besloot ik om wandelend (een mijl of 4) naar het Meow Wolf-project te gaan.
Absoluut een aanrader: opnieuw waande ik me in een andere wereld dan het vlakke, nette, Nederland. Dit keer in een wereld waarin niet de natuur, maar kunst centraal staat. In Meow Wolf zijn drie fantasiewerelden gebouwd die je helemaal kunt ontdekken. Echt geweldig om je in onder te dompelen. Zeg maar een Disneyland maar dan veel moderner en kunstzinniger. En het bracht me ver over die 10.000 stappen.
Hoogtetraining
En, had ik thuis al direct baat bij de hoogtetraining? Nou, helaas heb ik hier nog nooit zo slecht gelopen. Na een week van nachten met meestal maar een uur of vijf slap, twee keer een tijdzonewisseling en twee keer een reis van meer dan 20 uur, was de koek op. Direct na de reis viel ik plots in slaap. Ook deed mijn hele lichaam zelfs de dag erna nog pijn vanwege de opgevouwen zit in vliegtuig en luchthaven. Ik heb er dus geen hoge verwachtingen van, al zou het best kunnen dat ik later deze week nog wat vooruitgang zie.