Dit jaar is het 75 jaar geleden dat de geallieerden Nederland probeerden te bevrijden via operation Market Garden. Tijdens de Airborne Freedom Trail lopen we een vergelijkbare route als de parachutisten vanaf de Ginkelse heide naar de ‘Bridge too far’ in Arnhem: 44 km.
De Airborne Freedom Trail zou mijn langste afstand tot nu toe worden: 44 km met 400 hoogtemeters (wegequivalent 48 km). De ultra uit de titel slaat echter niet op de miniem langere afstand dan de marathon, maar op de beleving.
Al voor de trail begon kregen we een heel boekwerk met wat we onderweg te zien zouden krijgen. De trail is een beleving en geen wedstrijd, was ook het motto. Met stops bij onder meer een balsahouten zweefvliegtuig, waaruit de parachutisten sprongen, het kerkje waar de Britten tot het laatst hebben standgehouden en de militaire begraafplaats. Door inschattingsfouten zijn de geallieerden er met Market Garden niet in geslaagd de Duitsers te verdrijven. Dat maakt deze tocht extra triest.
Tijdslimiet
Hoewel de trail een beleving en geen wedstrijd was, voelde dit voor mij niet zo. Het is een wedstrijd van punt naar punt. Vanuit topdportcentrum Papendal gingen we met de bus naar de start. Zes uur na de start op de dropzone Ginkelse Heide – tijdens de slag stond deze zelfs in brand door het mortiervuur – moesten we binnen zijn in Arnhem. Anders zou de laatste bus terug naar de kleedkamers in Papendal zijn vertrokken… De afstand was niet het probleem, zeker niet op de trails. Maar 6 uur… Zou ik dat wel halen met een marathontijd van 5 uur, 9 minuten en 18 seconden.
Het zekere voor het onzekere nemend, ga ik ervan uit dat ik in ieder geval wel terug kan lopen naar station Arnhem, ook al heb ik een lift vanaf Papendal. Al mijn spullen stop ik daarom in de dropbag voor bij de finish. Ook besluit ik alleen in de eerste groep te starten, die vertrekt toch 20 minuten eerder dan de laatste groep en dat geeft mij wat extra tijd.
Dat alleen starten is eigenlijk wel jammer. Door het bijzondere karakter trekt deze trail vrijwel alle bekende trailvrienden aan. RMD was er met een grote groep, Olav Sammelius en de – nu – Instinctgirls waren er, de halve Lanzarotegroep was aanwezig, en ga zo maar door. Toch denk ik dat kiezen voor mijn eigen tempo de beste beslissing was, want stuk voor stuk zijn de andere lopers sneller. En juist deze dag moest ik mijn hoofd vrij proberen te houden.
Legertent
Om ons goed te doordringen van de historie, begint de loop eerst met een stukje geschiedenis. Vanaf 17 september 1944 landden in korte tijd 12.000 parachutisten op de heide om Arnhem te komen ontzetten en zo de rivieroversteken in handen te krijgen waar langs het D-Day-bevrijdingsleger naar Berlijn kon marcheren. John Frost en zijn mannen bereiken al snel de strategisch belangrijke brug in Arnhem, maar het Duitse leger in de regio bleek sterker dan geanticipeerd en de overige troepen konden niet verder oprukken. Uiteindelijk wist Frost tot 21 september stand te houden. Daarna trokken de geallieerden zich terug. Duizenden soldaten zijn gestorven in deze operatie.
Na de toespraak gingen we met zijn allen in een grote legertent. Het was bloedheet in de tent door de zon, we roken die bijzondere geur van oud legercanvas en luisterden met ingehouden adem en gesloten ogen naar de motorgeluiden van de vliegtuigen. Vervolgens gingen de tentflappen open en brandde de zon naar binnen. Onze missie was begonnen.
Druk in het hoofd
De eerste kilometers voelde ik een continue dwang om snel te zijn, om anderen te blijven volgen. Bij iedere loper die me passeerde, keek ik of het een bekende was. Van de Lanzarotecrew verwachtte ik wel dat ze me snel zouden inhalen. Door Frank Dorenbos en zijn groepje RMD-ers vermoedde ik halverwege ingehaald te worden: stuk voor stuk zijn zij veel sneller op de marathon dan ik.
In die zelf opgelegde haast begon ook alle werkdrukte weer op te spelen. Bepaalde personen door wie ik me diep gekwetst voel, zorgden voor onrust en woede. Het was dan ook onvermijdelijk dat ik struikelde in een donker stuk in het bos. Over een minieme boomwortel op een verder vlak pad… Knieën en ellebogen open, onder de modder; mijn verdiende loon om me zo te laten afleiden. Maar ook wel ontladend. Erna liep ik een stuk rustiger. Of zen, zoals Anik zei bij onderstaande foto, die korte tijd later is genomen.
Verzorgingspost
Vlak voor de eerste verzorgingspost werd ik door de Lanzaroters ingehaald. Aangezien die post pas bij een kilometer of 14 was, vond ik dat ik zelfs inclusief val redelijk op schema lag.
Zoals de trouwe lezers al weten, gebruik ik tegenwoordig een mengsel van voeding om de bloedsuikers stabiel te houden. Allereerst Generation Ucan, een zetmeeldrank die langzaam wordt omgezet in suikers, daarnaast nog snellere sportdrank (Torq Orange dit keer) en af en toe een gel of nougat. Dit keer heb ik voor de loop – start om 13 uur – een eerste fles Ucan leeggedronken en bij het middageten 3 eenheden minder insuline toegediend. Na die 14 km was de bloedsuiker met wat extra slokjes Ucan nog steeds rond de 9-10 mmol/l. Een beetje hoog, maar je kunt er wel op lopen. Zonder al te lang te wachten of te eten, vervolgde ik dus mijn pad.
Het lopen bleef redelijk gaan, ondanks de angst voor de tijd. Tot na het tunneltje onder het spoor. Daar kwamen we samen met de groep 28 km-lopers. Een breed lint aan lopers die net iets sneller bewogen dan ik. Zij waren dan ook vers, ik had er al meer dan een halve marathon op zitten. Ik besloot ze dus maar even voor te laten gaan toen de route smaller werd. Dit kilometrage is sowieso altijd wat lastiger voor mij qua eten. Nougat en wat extra sportdrank gingen er wel in.
Niet veel later kwamen er groepjes 18-km-lopers bij. Nu begon het wel echt problematisch te worden. De meeste liepen niet veel sneller dan ik, maar hier was het pad juist smal en ze liepen wel breeduit. Funest voor mijn ritme. Ik probeerde weer aan de kant te gaan, pakte een nieuwe zak Ucan (1 vooraf en 2 tijdens loop gebruikt), maar ze bleven maar komen. Ik kon mijn ritme niet lekker vinden. Ook hadden sommige lopers opmerkingen over de snelheid. Het voelde niet fijn. Als het volgend jaar weer zo getimed is, doe ik niet weer mee.
Zweefvliegtuig
De verlossing kwam niet veel later, bij een dorpje waar een van de gebruikte zweefvliegtuigen was te zien. Allereerst kreeg ik wat extra moed doordat ik Wouter op de mountainbike zag, die ook opmerkte dat ik nog steeds aan het lopen was. Ten tweede omdat de kortere afstanden hier goed de tijd namen om de tentoonstelling te bekijken. Zelf was ik nog bang voor de tijd, dus ik ging verder. Ook bij verzorgingspost twee bleef ik maar heel even. De bredere wegen en de opstopping hadden de weg weer vrijgemaakt om het eigen tempo te volgen.
Doordat vlak hierna de Stuwwal startte, splitste de 18 km weer af en dus hoefde ik niet te vrezen om weer overlopen te worden. Maar ik had het hier al wel zwaar. Het tempo was er een beetje uit en de benen voelden zuur. Elke helling op is bijna gewandeld, af weer gelopen. Wat dat betreft was de Stuwwal meer een lange pauze.
Het vlakke stuk erna met het kerkje en vrij veel verhard voelde veel minder fijn. Hier had ik echt last van vermoeidheid. Ik baalde een beetje dat die begraafplaats er nog niet was, terwijl we toch bijna in Arnhem waren, baalde van de harde paden, de opgedoogde tractorsporen, de lange heuveltjes, et cetera. En velen baalden met mij. Het is ook opvallend dat juist op dit stuk vaak gevraagd werd of het wel goed ging vanwege die modder en open knieën. Daar had ik niet echt last van. Maar de bovenbenen stonden in brand.
Kruisjes
Een tijd lang liep ik samen met een dame in Schotse ruit tight die ook een dipje en pijntjes had. Omstebeurten deden we run-walk-runs en we becijferden dat we nog voldoende tijd hadden om uit te lopen, zelfs al zouden we alleen nog maar wandelen. Dat was geruststellend en hielp om steeds weer een stukje verder te rennen.
Plots was hij er dan, de langverwachte begraafplaats. Daar werd ik ook ingehaald door Olav, Tony en wat RMD-ers. Tot dan toe waren van het groen alleen Rob en Dennis voorbijgekomen (ok Simone en Christa kwam ik ook tegen, maar die deden de 28 km). Van Frank en co geen teken. Blijkbaar deed ik het qua tijd best goed. Gelukkig maar, want bij de begraafplaats wilde ik wel echt stilstaan. Dat was een emotioneel moment.
Het kruisje dat we van de organisatie kregen, heb ik op het graf van een onbekende soldaat gelegd. Dat raakt me, dat iemand zich geeft voor onze vrijheid. Letterlijk verdwijnt, want we weten niet eens meer wie het is en dus zijn er ook geen geliefden en nabestaanden die hen hier de laatste eer kunnen bewijzen.
Motor aan
Het is altijd raar hoe je opeens weer makkelijk kunt lopen als je de finish ruikt (8 oninteressante kilometers). Met Olav en groep finishen ging niet helemaal, maar de laatste paar kilometers waren serieus weer een stuk sneller. Wandelpauzes korter. En ik was blij aan te komen binnen de tijd: 5 uur, 46 minuten en 58 seconden volgens mijn horloge (ik pauzeer stops niet op de Suunto; dit is aankomsttijd-starttijd). Alles meegenomen blijk ik dus sneller op de trails dan op de weg. Waar het aan ligt? Voeding: alle drie keren dat ik prikte, was de bloedsuiker licht verhoogd 9-10 mmol/l.
Voor wie het wil weten, dit was de voeding:
- Een a een half uur vooraf: 1 zakje Ucan chocolade
- Een zakje Ucan smaakloos tot km of 22
- Een zakje Ucan dat het tot 36 km volhield
- 1,5 zak Torq Orange (bijgemaakt op verzorgingspost 3 bij 36 km)
- Twee stukjes nougat
- Een Hammer gel met pindakaas smaak
Nu ik de bus had gehaald, kon ik terug naar Papendal om te douchen. Helaas had mijn lift daar andere plannen, maar gelukkig kon ik mee met Rob en Dennis naar Rotterdam. Uiteraard na eerst de Mac aan te doen in RMD-traditie. Laat en uitgeput arriveerde ik weer in Pijnacker.
Een dag later ben ik nauwelijks meer stram en wandel een kilometer of vijf. Wanneer is de volgende trail?
[Activity id=2708574323]