Soms moet je gewoon zelf een uitdaging bedenken. Hoeveel rondjes van 14 km zou ik op dit moment kunnen lopen?
De lokale trail met waterdoorsteek, verticale kilometer en de 32 km voor 9 uur van MST waren heel goed om de loopzin weer een beetje terug te laten keren. De volgende uitdaging zou een ultra zijn, maar meer dan de voorlopige naam 14 UHT en dat je moest kunnen navigeren en routes maken, wilde Tom nog niet verklappen. Geen idee wat hij daarmee bedoelde, maar aangezien ik meestal al bij een half woord begin te associëren, hoopte ik op iets met lussen van 14 km. Misschien wel met om de 4 uur een lus of zo, tot we het opgaven? Geen idee.
Helaas had ik beter op de letters UHT moeten letten: ik wist dat UHT vaak voor de Utrechtse Heuvelrug Trail wordt gebruikt, een trail van station naar station die inclusief verlengde versie ook een ultra vormt, maar wat ik niet waarschijnlijk achtte: die bestaat immers al dus dat is geen grote uitdaging. Het bleek echter te gaan om alle 14 toppen (met coördinaten) van de Utrechtse Heuvelrug die je in een route moest bezoeken. Op zich een hele mooie uitdaging, maar voor mij niet haalbaar. Immers, geen rijbewijs en het OV moet je nu mijden. Die challenge zal ik dus uit moeten stellen.
Tegelijkertijd zat ik ook nog met een andere challenge in mijn maag. Ik had me als diabeet uiteraard ingeschreven voor de Virtual Run on Insulin. Eigenlijk precies het soort virtual run dat ik niet zo graag mag: er is geen vaste afstand, geen vaste dag (in mei) of ander principe om de loop van mijn trainingen te onderscheiden. Daarom besloot ik mijn eerdere idee van rondjes van 14 km weer uit de kast te halen. En nog beter, ik wist Simone over te halen een paar rondjes mee te lopen. Hoeveel we zouden gaan doen, nog geen idee.
Het parcours
Simone gaat binnenkort verhuizen naar Nootdorp. Dat vond ik ook wel een leuke aanleiding om haar een klein stukje van de omgeving daar te laten zien. Tijdens de Houttrail en de 32 km, had ik wel een paar mooie stukjes ontdekt. Met wat passen en meten, wist ik daar twee routes uit te bouwen in Komoot die beide tussen de 14 en 15 km (mijn uitdaging) waren. In de ene zat een leuk stukje bos dat ik niet wilde missen, in de ander een leuk polderweiland.
Omdat we beide voornamelijk op een onverharde, zachtere ondergrond wilden lopen (en ook allebei minimalistische schoenen hebben als Altra en Merrel), besloot ik de route even met de fiets te controleren. Ik ben blij dat ik dat heb gedaan. Paden waarvan ik dacht dat ze onverhard waren, bleken (inmiddels) verhard en daarnaast was er toch best veel asfalt in de route. Dat is au met de noppen van een trailschoen als de Altra Superior, die vanwege de gravelpaden en het gras is aan te raden. Op de kaarten van Komoot leken ook de wandelpaadjes te ontbreken. Zo ook mijn mooie boomstammenpad in het ‘speelbos’.
Uiteindelijk heb ik een paar stukjes ingewandeld en ingefietst om ze goed te kunnen vinden op de kaart. Voor sommige stukken, waaronder de boomstammen, heb ik met behulp van de satellietfoto’s – waar wordt de bomenrij dunner – een pad ingetekend in Garmin Connect. Zo kwam ik tot een mooie route van ongeveer 14,6 km. Die zou ik toch zeker wel drie of misschien vier keer moeten kunnen lopen, afhankelijk van het gevoel van de dag.
Vroege vogel
Van het ochtendavontuur had ik geleerd dat de wereld vroeg een stuk mooier verlicht is dan op normale tijden. Daarnaast is het dan nog niet zo warm, terwijl deze zaterdag warm zou worden voor Nederlandse begrippen (24 ºC). Ik dacht met zonsopgang vertrekken, dus rond half zes. Helaas was dat voor Simone, die vanuit Den Haag moest komen, een minder goede optie. Omdat ze niet alle rondjes zou meelopen, besloten we dus rond 7.00-7.15 uur af te spreken op de geïmproviseerde verzorgingspost annex parkeerplaats.
Natuurlijk ging op tijd naar bed gaan en vervolgens tijdig opstaan bij mij ook niet van een leien dakje. De meeste spullen had ik de avond tevoren wel klaargelegd, maar als diabeet zijn er veel dingen die je moet checken. Drankmixen te maken ook. Dat kost allemaal tijd. Dus hoewel ik al om 4.30 uur opstond, was ik pas om 5.30 uur uit de deur en om 5.45 uur onderweg. Eerste wijziging van het plan in de app: Simone, je mag een kwartier langer slapen.
Het eerste rondje alleen was wat onwennig. Mijn route was vrijwel geheel herzien ten opzichte van de eerdere twee. En ik had hem nooit in het geheel gelopen. Was hij wel afwisselend genoeg? Niet te veel gras (hatsjie hooikoorts), niet te veel in de zon? En was hij voldoende onverhard, want er waren stukken die ik van de eerdere route niet kon testen omdat je er niet mocht fietsen.
Dorstig
Klak, klak, klak. Simone hoorde de noppen van mijn trailschoenen al van een afstand aankomen over het asfaltweggetje naar de parkeerplaats. Gelukkig had ze niet lang hoeven wachten. Ik was redelijk tegen het eind van de eerder genoemde limiet van 7.15 uur en had dus – opluchting – een redelijke snelheid aangehouden. Ze was zelf net aangekomen.
Ondertussen was de zon al een stukje sterker geworden en – vroeg of niet – kreeg ik het warm. Wat ook niet hielp, was dat de bloedsuikers door het ruime ontbijt eigenlijk veel te hoog waren aan de start. Beter had ik normaal ontbijt plus een Generation Ucan fles kunnen nemen. Maar daarvoor was het nu te laat. Zonnebrand op en samen langzaam beginnen met lopen was het plan.
Voor de lol had ik vrij vroeg een paar typische trailelementjes ingevoegd, te beginnen met een hek om overheen te klimmen. Vervolgens konden we redelijk loslopen over graspaden – ook wel het laarzenpad van het Balijbos genoemd. We deden rustig aan om alle tijd te hebben om bij te kletsen. En omdat ik al een 14,5 km meer had gelopen uiteraard en niet meer supervers was.
Brandnetels
Op mijn eerste rondje ging ik ergens een beetje mis op de route. Ik was blijkbaar een graspad straal voorbijgelopen, waardoor ik de steile stijging naar een hoger gelegen pad met uitkijktoren miste. Uiteraard kwam ik wel op dat pad, maar via een makkelijker manier. Dit keer vond ik hem wel: gevolg we liepen met blote benen in de brandnetels. Ja, als je met mij loopt, moet je nergens om staan te kijken… (ik loop normaal om elke brandnetel en tekenbom heen als het even kan, maar dit stukje waren ze vergeten te snoeien)
We merkten ook al snel dat er al een behoorlijk verschil in temperatuur was tussen de bosdelen en de open weilanden en de open stukken tussen Balijbos en Dobbeplas. We waren zodoende blij dat we eenmaal het asfalt van dat tussenstuk gepasseerd, in het bos terechtkwamen. Waar de boomstammetjes stonden te wachten. Ik zal eerlijk zijn: we hebben ze dit keer gewandeld. En nee, ik ben er niet via de sloot gegaan, ondanks dat we over ronde boomstammen over water moesten.
Bospaadjes
Af en toe zag Simone een mooi bospad in het Bieslandse Bos, maar helaas kon ik niet alles opnemen in mijn route: die 14 km had ik voor mezelf als uitdaging gesteld. En het was ook wel een makkelijk getal als je rondjes wilde lopen. Ongeveer de ene helft in het Balijbos aan de Zoetermeer-kant van het spoor en de andere helft in Dobbeplas/Bieslandse Bos aan de Delft-kant. De Delftse Hout konden we ruiken, maar lag net buiten bereik. Het is vrij makkelijk om hier een nog veel langere route te maken.
Bij de halve molen stond de tuin vol met vingerhoedskruid. Een prachtig gezicht. Het is wel jammer dat onderweg de meeste bloemen, die ik wel had gezien tijdens de Delftse Houttrail, waren uitgebloeid. Dus geen koolzaad en geen fluitenkruid. Wat er wel was, was een gigantische berg met wit pluis, waardoor het net leek op een winters sneeuwlandschap. Helaas hield de temperatuur zich gewoon aan de zomer.
Die temperatuur en het toch wel wat ingekrompen trainingsprogramma van de afgelopen maanden, deden me eigenlijk na het tweede rondje al wel besluiten dat er geen ronde vier zou komen. De benen voelden prima voor de derde ronde. Toch wandelden we daarin relatief veel (sorry Simone, jij bent gewoon een sterkere loper). Het was meer wat moeheid en vooral dorst, hoewel de voeding de rest van de race relatief goed ging, op het eind na: 9-10 mol/l.
Aan het einde van ronde 3, besloten we niet door te gaan voor een vierde ronde. Het was warm, er waren steeds meer mensen, en we hadden al aardig veel gewandeld. Om toch even rustig af te sluiten en door te praten, hebben we het daarom met een korte wandeling van 1,5 km afgewerkt. Dat helpt om de benen soepel te maken. Ook volgens Garmin, die het grotere aantal trainingen van GVRAT (ook met wandelen) is gaan waarderen: hersteltijd van deze 46 km is slechts 31 uur volgens het algoritme. De na-foto ziet er niet voor niets een stuk wakkerder uit.
Voeding (voor diabeten)
Voor deze loop ben ik begonnen met iets extra cornflakes en drie eenheden Fiasp minder. Dat was niet helemaal de juiste start, de 5 km naar de start fietsen is geen echt zware inspanning en daardoor steeg de bloedsuiker te veel voor ik eenmaal was begonnen met lopen. Tip: een half uur voor de start Generation Ucan en instellen als normaal werkt met pen beter.
Tijdens het lopen heb ik het volgende gebruikt: 1,5 fles Generation Ucan, 1 fles Isostar, 2 nougats, 3 tucs en 1-1,5 l water.