Blue Monday: de Zoetermudrun-editie

Lopen en geestelijke gezondheid, hashtag mentalhealth, gaat voor veel lopers hand in hand. Maar is het in zichzelf voldoende? Hoe emoties naar boven kunnen komen op de trails en waarom het soms nodig is om in te grijpen.

Deze maandag is het weer blue monday. De zogenaamd meest deprimerende dag van het jaar, waarop de goede voornemens al als mislukt kunnen worden beschouwd, het nog altijd kort licht is buiten, en bovendien maandag buiten vakantietijd. Natuurlijk is die dag zelf een beetje een farce, maar ik voel me eerlijk gezegd al een tijdje als Bill Murray die in plaats van Groundhog Day, Blue Monday herbeleeft. De fut is er een beetje uit. Ik post weinig. Loop meer dichtbij in plaats van grootse avonturen op te zoeken. En mis het gewone leven, dat zelfs met het wegvallen van de strengste maatregelen van afgelopen maand, niet direct terug zal komen.

Vaak hoor ik mensen zeggen: running is my therapy. Tijdens de coronapandemie heeft lopen me zeker heel veel gebracht. Alleen, op een rustig ritme, in de natuur. Het hielp om de gevoelens vrij te laten komen, om me weer onderdeel van het grotere geheel te voelen. Maar steeds meer begin ook ik, iemand die vaak baat heeft bij alleen zijn, te merken dat dit niet voldoende is voor mij. Dat de ziel, de wil tot leven, langzaam weer verdwenen is. Dat alle dagen hetzelfde lijken. Dat ik ook niet meer weet waarom ik doorga. Dat werkelijkheid en illusie in elkaar overvloeien en ik mijn leven van een afstand beschouw als een slechte soap.

Happy trails

De boodschap van veel traillopers is life is happy on the trails. Daar zit deels ook wel wat in. En dat was het zeker toen ik voor het eerst in tijden weer eens met Ramona een kort rondje bij Hoek van Holland maakte.

Ze was uitgelaten dat ze na de hernia voor het eerst weer eens een stukje trails mee kon pakken. Ging lachend en veel te snel de heuveltjes op en bespotte en passant – typisch Ramona – de opgetutte fitgirls van Instagram en Facebook toen ik met de GoPro aan het spelen was. Ondanks dat we slechts 15 km liepen, leek het of we uren buiten speelden. En waren we allebei vrolijk.

Maar na zonneschijn komt regen. Het deed bij mij ook het gemis van de wedstrijden en loopjes met vrienden dubbel terugkomen in deze toch wel eenzame periode. In het afgelopen jaar heb ik misschien een handvol mensen gezien (op de supermarkt na) en zelfs dat op minder dan 20 dagen. De rest: afzondering. En dat kwam boven op de pijn die ik al voelde: gebrek aan uitdaging op werk, meerdere collega’s die wel de stap naar een nieuwe baan zetten, gemis aan contacten, het gevoel niet goed genoeg te zijn (wie wil nou met mij in de trein, terwijl er een chauffeur is) en ga zo maar door.

Bij je gevoel komen

In het verleden was dat gevoel altijd een aanzet tot verandering. Een oproep aan mezelf dat ik aandacht nodig had, aan mezelf moest werken. Iets wat ik normaal gesproken ook ieder jaar wel deed met cursussen rond emotioneel lichaamswerk (wat wel iets weg heeft van het ritme van de trails), persoonlijk leiderschap of tantra. Mijn gevoel vinden, en daaruit bepalen hoe ik mijn wereld wil inrichten, komt bij mij niet vanzelf. Om de juiste mindset te creëren, kunnen specifieke oefeningen, maar vooral ook de contacten met anderen, tijdens die cursussen helpen.

Zeker in het begin van de pandemie lukte het nog wel redelijk om mijn emoties op de paadjes kwijt te raken. Maar naarmate ik sterker word, merk ik dat dit steeds moeilijker gaat. Het moment van breken, waarop de emoties vrijkomen, duurt langer. Er is geen uitputting, waardoor het niet meer in een kilometertjes of 30-40 gebeurt. Maar mijn gevoel was rijp voor een uitbarsting en dus besloot ik een parcours te ontwerpen van een kleine 44 km. Het doel was: zo veel mogelijk natuur, zo min mogelijk mensen die het gevoel kunnen verstoren.

Door de weilanden

Het begin van mijn route was makkelijk: hiervoor pakte ik een stukje door de Groenzoom dat ik bij het testen van de Altra Superior 5 ook had gebruikt. Veel grasland dus. Maar daarna zou ik het Balijbos ingaan, waar een aantal laarzenpaden op het programma stonden.

Het Balijbos is een beetje een vreemd bos. Aan de ene kant bestaat het uit een heleboel verharde paden, strak geasfalteerd voor fietsers, en buiten de fietspaden op de smalle paadjes vaak ook voor rolstoelers. Dat maakt het niet zo’n geschikte locatie voor trailrunners. Desondanks zijn er ook minder opvallende paden. Zoals de overgroeide en nauwelijks belopen grasstroken die de stukjes bos verbinden, maar ook de laarzenpaden die door het hele park heenlopen.

Voor het eerste stuk moest ik een hek met bank opzijschuiven waar al een tijdje geen voetganger langs leek te zijn geweest. Het was lekker modderig in het gras, maar van mensenvoeten waren weinig sporen te zien. Bovendien liep het eerste stukje dood. Geheel in overeenstemming met Komoot overigens, maar die had ik genegeerd omdat er volgens mijn geheugen wel een mogelijkheid over de sloot was. Waarom zou er anders ook zo’n doodlopend pad zijn? Helaas werkte die logica in de praktijk niet.

De volgende kilometers door de weilanden was het opletten en was er weinig tijd voor emoties. In de modder hielden de Superiors zich heel goed, maar met veesporen van meer dan 10 cm diep, was het soms glibberen. En hoewel het pad zelf leeg was, werd ik vanaf alle kades door wandelaars en vogelaars gezien.

Het pad door de weilanden was zelfs zo rustig, dat ik me af ging vragen of ik er wel mocht komen. Dat gevoel werd nog sterker toen ik eenmaal bij het hek aan de andere kant kwam. Dat zat stijf op slot. Gelukkig kon ik er makkelijk over klimmen en mijn weg vervolgen op een gravelpad waar het druk met wandelaars en loslopende honden was.

Een echt laarzenpad

Waren de weilanden al uitdagend, het volgende paadje beloofde pas echt plezier. Als ik het kon vinden, want de ingang was niet heel duidelijk. Maar het betrof een sterk slingerend laarzenpad met wederom diepe moddersporen. En ik ben er niet een keer uitgeglibberd, al moest ik de benen wel een beetje in een krampstand houden en kleine snelle stapjes maken.

Het verbaasde me dat ik zelfs op dit pad mensen achter me hoorde. Precies op een leuk punt waar je over een paar planken moest en waar ik een foto wilde maken. Daar had ik niet zo’n zin in en dus liep ik weer wat sneller door.

Even later hoefde ik geen enkele angst meer te hebben voor achtervolgers. Het pad was namelijk veranderd in iets dat een vijver leek. Het was weliswaar koud, en toch had ik de grootste lol in de modder en waterplassen. Maar het leidde de aandacht wederom af van waar ik eigenlijk voor was gaan lopen.

Drukte van belang

Na een aantal kilometers laarzenpad, kwam ik met een dikke laag modder aan mijn schenen het bos uit. Ik zag de wandelaars en andere hardlopers er wel een beetje naar kijken. Helemaal toen ik naast het fietspad over een ruiterpad door de plassen bleef stampen. Iets sneller nog dan de hardloper op het asfalt. Eigenlijk had ik even rustig zullen eten, maar een duveltje in mij heeft hem opgejaagd tot we onder het spoor door richting Dobbeplas gingen.

Rond de Dobbeplas was het nog drukker dan in het Balijbos. Omdat ik in een slalom het hele park meenam, kwam ik ook de nodige hondenuitlaters en wandelclubjes tegen. Toch wel lastig dat ze lang niet altijd aan de kant gaan en rustig twee man breed op het pad bleven lopen. De ergernis bleef redelijk beperkt omdat ik hier twee keer een beetje bij moest eten (voor het eerst tijdens deze loop), dat had vast iets met een andere hardloper opstuwen te maken…

Wie deze blogs regelmatiger leest, weet dat je in het Delftse Hout en Bieslandse Bos alleen al een aardige afstand (25+ km) kunt afleggen zonder paadjes te dubbelen. In dit geval ging ik echter voor rustiger gebieden en nieuwe paadjes. Zou ik veel in de Delftse Hout lopen, dan had ik de laatste kilometers bovendien vrijwel zeker over het asfalt moeten maken, tenzij ik het rondje een stuk groter zou maken.

Ackerdijkse Bos

In dit geval liet ik het Delftse Hout zo veel mogelijk rechts liggen en ging via zo onverhard mogelijke paadjes door naar het Ackerdijkse Bos. Dat was niet eenvoudig, want door de wijken kun je asfalt haast niet vermijden. Toch was hier en daar nog een groen paadje te zien.

Inmiddels sloeg de vermoeidheid ook toe. En begonnen de emoties langzaam op te borrelen. Haalden me zelfs even uit het ritme van mijn ademhaling, waardoor ik het gevoel kreeg dat ik stikte. Maar het was nog te druk. Zelfs bij de ‘schuilhut’ in kunstpark Ackerdijkse Bos kon ik de aandacht niet helemaal ontsnappen.

Mijn route had gelukkig nog een troef: achter in het bos, ging het over een plankje zo de weilanden in. Opnieuw was dit een laarzenpad. En hoewel een dame met hond mij even achterna probeerde te gaan (honden bleken verboden), kon ik hier dan eindelijk gewoon even mezelf zijn. Huilen, schreeuwen en de andere dingen die mijn roodgejurkte vrienden doen om gezond te blijven. Het deed pijn, maar luchtte ook op.

Toch kwam ook het besef dat ik echt meer nodig heb dan alleen de trails. Alleen is maar alleen, dat moest ik wel erkennen na bijna 2 jaar enkel trailrunnen als onderhoud. Het helpt echt als er een plan is om de ‘gekte’ te geleiden en om te zetten in actie. Zonder steun en spiegel van anderen kom je er ook niet uit. Dus besloot ik om bij thuiskomst te kijken of er inmiddels weer wat mogelijk was, bij voorkeur op korte termijn. (En sindsdien heb ik ingeschreven voor de cursus Emotioneel Lichaamswerk op De Schans.)

Door het slijk

Na de meltdown volgde de rust. Zonder haast ging ik weer richting huis. De overige weggetjes kende ik maar al te goed en waren niet zo moeilijk, dacht ik. Dat bleek een onjuiste aanname, want het zwaarste stuk van deze hele route was eigenlijk het leempad langs De Zweth. Doordat fietsers dit volledig stuk hadden gereden, was grip hier praktisch niet te vinden. Op sommige stukken was wandelen het maximaal haalbare.

Eenmaal voorbij de molen, kon ik verder op het gras. Lekker vaart maken op het dijkje, terwijl de schapen me voor een keer met rust lieten. Het werd dan ook al donker.

Vooraf had ik al verwacht in het donker terug te komen. Dat wilde ik gebruiken om mijn nieuwe LedLenser Neo 10 te proberen. Ik had hem eigenlijk gekocht omdat hij een hesje had en een rood achterlicht. Bij het openen van de verpakking had ik hem bijna teruggestuurd: dat rode achterlicht was niet groter dan een batterij-indicator en het hesje zag er heel goedkoop en provisorisch uit. Tegen beter weten in wilde ik het toch proberen. Ik heb het geweten: in het halfdonker sprong de bevestigingsclip van het vestje direct weg en die heb ik niet meer teruggevonden. Qua materiaal was die clip ook niet veel beter dan het witplastic broodzakclipje. Al met al nogal een tegenvaller en ik heb de lamp uiteindelijk maar in een zakje van mijn vest gehangen. Voor wie een lamp zoekt met goede accuduur: vermijd LedLenser.

Uiteindelijk was ik na 6 uur en 44 km thuis. Opgelucht en ook wel trots op mijn vrijwel geheel onverharde blubbertrail. Maar ook in de kennis dat we onszelf niet moeten verblinden door de positieve effecten van hardlopen op de geestelijke gezondheid. Soms heb je gewoon echt meer nodig, heb je anderen nodig. En daar kunnen we ook beter eerlijk over zijn.

Eén antwoord op “Blue Monday: de Zoetermudrun-editie”

  1. Blauwe maandag, en alle grijze dagen die daarop volg(d)en.. (en aan vooraf gingen) ja zo voelt het hier ook. Een mens is niet gemaakt om solo tegen een vochtige grijze muur aan te kijken en eindeloos door de blubber te waden.. En hardlopen is fijn, maar dat gaat niet 24/7. Die lange lopen, (voor mij zo max 30k) zijn mooi om te doen, maar ik word er ook erg moe van haha. Dus hier een cursus gitaar (weer) opgepakt, en vanavond weer eens een zwemtraining. De zin van het leven is nu even niet zo duidelijk. Werk motiveert maar ook weer niet (wat doe ik en waarom eigenlijk). Goed dat je je gevoel benoemt, hopelijk helpt je voorgenomen cursus je! Groet uit Koudekerk.

Reacties zijn gesloten.

nl_NLNederlands