De eerste lange duurloop van het jaar was een stuk van ruim 50 km naar mijn geboortestad Gouda. Is het te doen, onverhard ploegen door de polder? Verder mijn eerste kennismaking met de Altra Superior 5.
Omdat de feestdagen vrijwel allemaal in het weekend waren, zullen de meeste lopers hun goede voornemen direct vorm hebben gegeven. Nieuwjaar heb ik inderdaad ook gelopen, maar met een paar solo vrije dagen, leek het me beter om de lange duurloop even te laten wachten en tijd met de familie door te brengen. Dat heeft natuurlijk wel een nadeel: doordeweeks is het drukker in het openbaar vervoer en geldt mijn vrij reizen niet. Vandaar dat het wederom een stukje in de eigen omgeving werd: van huis naar station Gouda.
In de polder lopen, betekent meestal dat er erg weinig onverharde paden zijn te vinden. Met leem of grint mag je vaak al blij zijn. Zodoende leek het me een slecht idee om deze tocht te gebruiken voor mijn gloednieuwe – nog niet eens uit de doos gehaalde – Altra Superior 5. De Superiors zijn absoluut geweldig op het asfalt, maar ik wil nieuwe schoenen liever niet direct helemaal afslijpen. De onderkant van de meest gebruikte Superior 4.5 is inmiddels namelijk ook al helemaal afgeslepen. Op sommige stukken kun je geen nop meer vinden. Maar dat paar liep nog wel lekker genoeg om op dit stuk te pakken.
Route
Natuurlijk bleef het een uitdaging voor mij om een leuke route neer te zetten. Een tijdje terug vertelde ik mijn ouders dat ik naar Reeuwijk was gefietst en dat ik het daar best mooi vond. Maar zij waren van mening dat ik beter rond Schoonhoven kon kijken. Een snelle blik in Komoot, leerde echter dat via Schoonhoven net wat te ver was als ik niet in het donker wilde lopen. Dus zette ik mijn doelen op Reeuwijk. En dat was dan weer net iets aan de korte kant. Een mooie route maken is echt puzzelen.
Omdat ik niet alleen een flink aantal kilometers wilde maken, maar liefst ook zoveel mogelijk onverhard wilde lopen, besloot ik me eerst te richten op de natuurgebieden die ik onderweg naar mijn geboorteplaats Gouda zou kunnen tegenkomen. Reeuwijks Plassen was uiteraard al nummer een. Verder was er dichtbij huis natuurlijk het Bergse Bos – met de bekende Rotterdamsche Alp, de Rotte Meren, Bentwoud en het Gouwebos. Voor de goede verstaander: nee de route is niet door een dronken aap gepland, maar om al die plekjes aan te tikken, kun je niet in een rechte lijn naar Gouda lopen.
Door mijn route zo te plannen, was de hoop natuurlijk dat ik niet te veel asfalt zou treffen. Als ik een onverhard paadje zag in Komoot, dan leidde ik de route daar in ieder geval door. Maar helaas bleef die informatie veelal onduidelijk. Komoot gaf aan dat zeker de helft van mijn route verhard dan wel asfalt was, met nog eens een kilometer of 8 onbekend. Verhard kan van alles zijn, ook een leempad, maar in ieder geval geen gras of zand.
Startbaan
De eerste paar kilometers had ik eigenlijk wel spijt van mijn voornemen om naar Gouda te gaan. Door de parken later op de route, kon ik niet over het onverharde deel van De Groenzoom beginnen. Ook het Lage Bergse Bos moest ik links laten liggen. In plaats daarvan, was er een lang stuk asfalt direct richting het Hoge Bergse Bos.
Pas na 10 km wegstampen arriveerde ik bij het onverhard. Dat voelt direct zoveel beter als je weer een klein stukje natuur onder de voeten hebt. Natuur, en een lading troep, want dit was uiteraard de voormalige afvalbelt die we nu Hoge Bergse Bos noemen. En zoals te verwachten: als er een heuvel is, moet de route daar overheen. Op een slakkengangetje, dat dan weer wel.
Eenmaal bovenop de Rotterdamsche Alp, vroeg ik me af waar mijn route nog meer langs zou leiden. Natuurlijk had ik hem zelf gemaakt en kende ik het gebied goed. Maar omdat ik toch een beetje probeerde om in de richting van Gouda te lopen, in plaats van enkel om de Rottemeren of naar de Zevenhuizerplas te gaan, was ik benieuwd of ik nieuwe stukken zou ontdekken op deze route.
Polderdijken
Ja, ik liep inderdaad langs een paar stukjes die ik van haver tot gort kende. Natuurlijk langs de viergang waar ik mijn Me-Mover zo vaak bij gefotografeerd heb. Maar vreemd genoeg kwam ik ook al gauw bij die nieuwe weggetjes. Langs de Rotte was een mooi stuk waar ik kilometers lang bovenop een grasdijk kon rennen.
Gelukkig voor mij ging dat lopen ook behoorlijk goed. Dankzij de Generation Ucan en niet te laag starten, had ik de eerste circa 20 km geen eten nodig. En ook daarna hielden de bloedsuikers zich best redelijk. Al was dat grotendeels een schatting. Ondanks dat de temperatuur rond de 8-10 C lag, deed de Libre het al snel niet meer vanwege de kou. De wind in de polder kon de Libre ondanks de extra band over de sensor niet verdragen.
In vroeger jaren was die wind ook hard nodig om de polders leeg te pompen. Eerder passeerden we al de grote viergang bij de Rottemeren, maar op deze route zat nog een mooie verrassing: bij Moerkapelle stond een grote rij molens. Deze molens waren anders dan die viergang, niet langer in tact. Er waren stompen van overgebleven die allemaal in een geheel andere stijl tot woonhuis zijn verbouwd. In 1913 kwamen er twee elektrische gemalen om de polder droog te houden. Die twee vervingen in totaal 27 traditionele molens, waarvan de meeste verdwenen of tot huis werden omgebouwd.
Bentwoud
Ook de uitgestrektheid van Bentwoud was voor mij eigenlijk wel een eyeopener. Eerder vond ik dit park weliswaar leuk, maar ook wel saai met rechte asfaltpaden. Natuurlijk was ik toen ook op de fiets. Lopend ontdekte ik dat het gebied ook kilometers aaneengesloten weilanden en modderpaden heeft om over te lopen. Weidse gezichten langs het kanaal, en je vergeet even dat je ingeklemd zit tussen een aantal grote steden.
Als het pad na een tijdje weer overgaat in asfalt, blijkt er gelukkig een brede, loopbare strook gras langs te liggen. Alles om de ondergrond nog even te verzachten, want er komen nog genoeg geasfalteerde stukken.
Via het Gouwebos loop je vervolgens Waddinxveen binnen. Daar was al snel weer een groot aandeel asfalt, met hier en daar wat treurige galerijflats. Maar je kunt het gebied niet vermijden, immers: we moeten de Gouwe nog over om bij Gouda te komen. En daarvoor is de hef in Waddinxveen uitermate geschikt.
Laarzenpaden
Als mijn zussen het over de omgeving van Waddinxveen hebben, is de veelheid aan kanaaltjes die de weilanden van elkaar scheiden een van de eerste dingen die ze noemen. Tussen die weilanden lopen dan vaak ook enkel smalle weggetjes, waar auto’s elkaar nauwelijks kunnen passeren, en waar een verkeerde manoeuvre in een nat pak zal eindigen. Niet heel prettig om te lopen, laat staan fietsen, maar wel heel mooi om te zien. Gelukkig vond ik echter een beter pad: een heus laarzenpad tussen en door de weilanden richting Reeuwijk.
Op een smal strookje van nog geen meter breed, liep ik zo tussen de weilanden door. Zelfs voetgangers passeren was hier even een dingetje. Maar het zou mooie foto’s opleveren, dacht ik. Eenmaal bij een bruggetje, probeerde ik de GoPro op te zetten. Dat lukte nog geen 5 s. Het ding waaide gewoon direct om, omdat er totaal geen bescherming tegen de wind was. Pas vele pogingen later, lukte het me de camera net lang genoeg te laten staan. Gelukkig was het niet druk op dit pad.
Wie zich overigens afvraagt waarom ik een pet draag op de foto’s ondanks de harde wind en het gebrek aan regen… het was juist vanwege de harde wind. Ik zie dus werkelijk niks als het hard waait op het moment, dat terwijl ik nog als een van de laatsten naar de kapper ben geweest. Ik snap nu waarom vrouwelijke lopers bijna altijd of heel kort haar, of een paardenstaart hebben.
Reeuwijkse Plassen
Na een kilometer of 40 was ik dan eindelijk aan het begin van de Reeuwijkse Plassen. In het gebied zijn veel vakantieparken gevestigd, en dat was ook meteen te merken. Hier werd het echt weer druk met wandelaars. En er waren eindelijk coffee-to-go’s die wel gewoon open waren. En die een blikje cola verkochten precies op het moment dat ik wel weer even een suikerboost kon gebruiken.
De route langs de plassen zelf begon heel mooi met stukken riet langs een leempad. Helaas kwam er al snel weer een punt waar het leem zo nieuw was dat het welhaast asfalt leek. En het pad waar ik hoorde te lopen – een stuk langeafstandwandelpad – was zelfs nog erger: dat bestond uit een smal stuk asfalt dat volledig was vernield door boomwortels. Laat het duidelijk zijn dat verhard/onbekend op deze route vrijwel altijd gewoon asfalt voet- of fietspad bleek te zijn in de praktijk. Het maakte het lopen langs de plassen, de mooie knotwilgen, het wilde schuim en de muskusratvallen in ieder geval niet erg comfortabel.
Ik was zodoende ook blij toen ik eenmaal dichterbij Gouda kwam. Weliswaar nog steeds veel stukken verhard, maar wel weer wat beter beloopbaar op een pad langs de Breevaart. En daar ging het lopen best nog wel lekker. Zeker omdat er een gewone hardloper was die mij eruit dreigde te lopen. Mooi niet, ook na 45+ km zat er nog wel wat vechtlust in de benen.
Vanwege de feestdagen was de Breevaart dicht bij het centrum mooi aangekleed met kerstbomen. En ik kon er zowaar foto’s van maken omdat de andere loper inmiddels naar huis was afgeslagen. Om de zoveel meter, dreef er een eilandje met versierde boom in de gracht. Waar ik in Gouda alle kinderen de kerstbomen al achter hun fietsjes weg zag slepen, leek de bomen verwijderen me hier beslist geen kinderspel. Daar zou de gemeente wel een paar dagen zoet mee zijn.
Natuurlijk moest ik ook nog even langs het stadhuis voor een selfie alvorens na ruim 50 km op het station te arriveren. Mooi gelukt voor de ergste spits uit. En hoewel er relatief veel asfalt lag, waren mijn benen gelukkig nog steeds soepel. Een goed teken voor als ik in april toch nog – ik leer het ook nooit – een wegmarathon ga lopen.
Superior 5
Het rondje voor dag twee van mijn vrije week startte wat minder voorspoedig. Eigenlijk zou ik nog een lang stuk gaan lopen, maar het opstaan ging niet zo lekker. De regen hielp ook niet mee. En ik was tegen de verwachting in toch niet alleen thuis. Routes werden aangepast, aangepast en opzij gezet. Enfin, rond een uur of drie zou ik uiteindelijk dan toch maar naar buiten gaan zonder vaste route naar de onverharde paadjes in de buurt. En toen werkte de bloedsuiker natuurlijk niet meer mee. Ik heb behoorlijk wat weggegeten voor vertrek, en ook nog tijdens de eerste kilometers, zonder dat ik boven de 5,5 mmol/l uitkwam. (Leuk detail: het was kouder vandaag, maar waaide minder hard, dus de Libre deed het voor de verandering)
Toch ging het lopen daarna best lekker. Ik bleef binnen de Groenzoom, maar pakte hier en daar wat extra stukken gras, modder en leempad mee. Op sommige paadjes ben ik wel een paar keer voorbij gelopen om uiteindelijk op ongeveer een afstand van een halve marathon uit te komen.
Het terrein was dus niet heel ingewikkeld, maar ik kon wel alle soorten ondergrond even uitproberen. Plus een paar mooie diepe plassen en een ondiepe sloot. Dat nam alle angsten voor de modelverandering direct weg. In tegenstelling tot de eerdere Superiors, heeft de 5.0 geen ontwateringsgaten voorin. Maar ze liepen netjes droog.
De grootste verrassing was echter hoe geweldig deze schoenen presteerden op modderlagen. Al mijn voorgaande Superiors waren uit de doos al direct ski’s. Werkelijk geen enkele grip in weilanden of op moddersporen. Dat is ook precies waarom ik de King MT ooit aanschafte. Maar dit nieuwe model loopt er gewoon doorheen. De zool heeft een ander ontwerp met grotere noppen en is van een ander soort plastic. Misschien is het vergelijk niet helemaal eerlijk: de oudere paren zijn nu praktisch glad gesleten, maar ik ken de Superior door en door (dit is mijn zesde paar Superior inmiddels).
Na ruim 20 km heb ik er eigenlijk wel alle vertrouwen in dat dit paar veel plezier zal opleveren. Ik merkte ook hoe soepel ze nog waren – de meest gebruikte 4.5 is inmiddels een tikje scheefgezakt door mijn loopstijl – en kan niet wachten om ze mee te nemen op langere afstanden. Daarover lees je meer in de volgende blog.