Dooreten op de Diatrail

Suikerbieten, ik had ze allemaal wel op kunnen eten.

Mijn tweede trail in Oud-Heverlee georganiseerd voor en door diabeten. Ook al ging het qua voeding niet helemaal lekker, het is toch belangrijk dat we ook aan jongeren kunnen laten zien dat ze tot alles in staat zijn. En het is natuurlijk een prachtige omgeving om te verkennen.

Al een tijdje organiseert Vlaming Olivier Kronal met Diasports een trailserie met eigen klassement voor diabeten. Zelf moest hij stoppen bij Defensie toen hij in 2009 diabetes kreeg. Maar dat heeft hem er niet van weerhouden om door te gaan met een avontuurlijk en fysiek leven. Olivier is een zeer verdienstelijk ultraloper, hij liep onder meer de Marathon des Sables en heeft een grand slam van de Legends Trails gelopen (3 trails van 160 km en 1 van 250 km in een jaar tijd). Daarmee is hij een groot voorbeeld voor andere diabeten: je kunt wel degelijk je dromen volgen. Oké, zelf zal ik de grand slam nooit halen om andere redenen, maar hij inspireerde me wel om lange afstanden te lopen. En anderen inspireren is ook precies de reden dat zijn trails een extra klassement hebben, waarmee type 1 diabeten kunnen tonen dat ze gewoon mee kunnen presteren, net als anderen.

Vanwege corona lag het even stil met trails, en zelf had ik nog wat moeite met de grensoversteek, maar ik ben blij dat ik weer heb mee kunnen lopen. In 2019 liep ik in het Meerdaalwoud samen met Simone de 25 km Diatrail, die behoorlijk zwaar was omdat mijn schoonvader net was overleden. Maar de mooie omgeving en het concept smaakten naar meer, dus besloot ik me direct in te schrijven voor de trailmarathon toen een nieuwe trail werd aangekondigd.

Opgejaagd wild

Ditmaal moest ik het zonder lift doen, maar verbleef ik in Leuven. Het laatste stukje naar de start deed ik daarom met het openbaar vervoer. De timing was krap, ik zou ongeveer een 20-25 minuten voor de start arriveren en moest dan nog een nummer opspelden. Dat heb je met vroeg starten in het weekend en openbaar vervoer. Op zich was het te doen. Totdat ik uit de bus stapte, de planning volgde en erachter kwam dat ik bij de oude startlocatie stond – nu coronatestlocatie.

Hoe kwam ik nu op tijd bij de start? De stress deed de bloedsuikers al behoorlijk stijgen. Ik liep achter het terrein langs – een sportpark – en probeerde natuurlijk zo snel mogelijk bij de juiste start, de tennisvereniging, te komen. Nou binnendoor over het voetbalverenigingterrein bleek een slechte keuze. Ik stuitte op een hek en kon weer terug. De tijd drong en ik dacht al: dat wordt officieus nastarten als het nog kan.

Gejaagd kwam ik net een paar minuten voor 9 aan… Gelukkig waren ze zo lief om de start van de trail voor deze gekke Hollander een paar minuten uit te stellen. Die veel te gehaast zijn startnummer opspelde en – wishful thinking – wegwuifde dat zijn softflask zou lekken (nee niet door de druk) toen een vrijwilliger hem erop wees. Om even later het rietje half in de hand te hebben en dan maar snel de fles leeg te drinken. Dat wilde ik eigenlijk niet omdat de bloedsuikers door de stress al zo hoog waren… Juist voor diabeten is een rustige start zo belangrijk, om niets te vergeten en beter in de bloedsuikers te zitten. Maar ik deed het echt zelf, want verder leek vrijwel niemand zich echt druk te maken om het korte oponthoud.

Eenmaal gestart was het ook moeilijk om die adrenaline weer iets te temperen. Het kostte me echt moeite om gas terug te nemen en tegelijkertijd voelden mijn longen erg benauwd aan. Tijd om even in de gedachten terug te zakken en van het landschap te genieten.

Handrem erop

Het is soms een beetje de goden verzoeken als je een trail loopt juist om te laten zien dat dit voor diabeten ook prima kan. Helaas kampte ik al sinds de Beartrail met vervelende voedingsproblemen. Oftewel: wat ik ook deed, niets kreeg mijn bloedsuiker echt meer omhoog en ik liep continu dus met een soort handrem. Om nog maar te zwijgen over hoe vermoeiend dat is (het ging pas weer goed op Wieringen).

Ondanks dat ik zo hoog startte, en die fles Ucan toch had opgedronken, was het na een uur lopen echt gebeurt met mijn actieve brandstof. Sinds dat moment heb ik continu lopen eten. Elke 2-3 km weer. Dan zie je ook direct de beperking die we wel hebben – oké, overwinbaar – als het niet helemaal lekker gaat, zijn we met niets anders dan de bloedsuikers bezig. Een voor een komen de andere lopers je dan voorbij. En dat kan soms heel frustrerend zijn.

Het mooie aan trails is dat vrijwel niemand er raar van opkijkt als je even gaat wandelen, of gas terugneemt. Zeker niet als je met zo’n beperkt deelnemersveld over een 43 km-parcours, je alleen op de wereld waant. Dat was bij de Leiden marathon een week eerder heel anders. Ook daar kwam ik – eerder zelfs – in de fuik van brandstoftekort. Maar dan word je direct door het publiek terechtgewezen dat je bij 12 km al even wandelt. Uiteindelijk moest ik die marathon staken, het lukte gewoonweg niet om de bloedsuikers stabiel te krijgen en ik werd echt misselijk. Dat wilde ik tijdens deze trail absoluut voorkomen. Uitlopen, desnoods wandelend om niet te diep te zakken qua bloedsuikers, was het doel

Intervallen

In mijn snelheid en manier van lopen zag ik ook direct terug wanneer de bloedsuikers weer even omhooggingen. Direct kwam er dan een lading vermogen vrij. Dat gaf me wel het vertrouwen dat het qua fitheid verder goed zat. Eerst ging ik ervan uit dat het probleem deels door vermoeidheid werd veroorzaakt (niet goed brandstof opnemen), wie me op Strava volgt, zal hebben gezien dat ik een tijdje minder trainde, maar dat lijkt het ook niet helemaal te zijn. Achteraf denk ik dat er drie zaken speelden: sneller lopen wat meer energie kost, me af laten schrikken door hoge waarden in het begin – soms haat ik de sensor – en een verhouding langwerkende en kortwerkende insuline die nadelig werkt tijdens het sporten.

Gelukkig was het parcours me ook redelijk goed gezind, afdalingen had ik vaak net lekker energie en kon ik gebruikmaken van het terrein om efficiënt te lopen. Heuvelop was het even bijtanken qua voedsel. En het kan steil worden in dat gebied. Dat er relatief veel asfalt of klinkers waren, heeft ook geholpen om wat snelheid terug te pakken. Detail: veel van de klinkerpaden naar beneden, leken vooral aangelegd te zijn omdat anders de grond weg zou spoelen. Verwacht dus ook in die stukjes geen gemakkelijke afdaling.

Vrijwilligers

Als je zo door de bossen en velden loopt, lijkt het wel alsof je helemaal alleen op de wereld bent. Niks geen duizenden deelnemers zoals in Rotterdam. Hier deden slechts 36 mensen mee aan de hele marathonafstand, onder wie ook een aantal wandelaars. Persoonlijk vind ik alleen lopen vaak ook wel even genieten. Lekker je eigen tempo, opgaan in de natuur, je laten strelen door het zonnetje en zingen zonder dat er iemand gaat klagen. Maar het is ook wel erg fijn als je weer wat levende zielen ziet bij de verzorgingsposten.

In dit geval waren de meeste verzorgingsposten bemand door ouders van jongeren met diabetes. Dat is heel fijn. Niet alleen voor ons: ze weten vaak net wat meer over hoe om te gaan met diabeten, maar ook voor hen om te zien dat wij toch nog gewoon vrolijk door de velden kunnen huppelen op afstanden die sommigen ‘met de auto al ver’ vinden. Ze gaven ook een oppepper om weer verder te gaan.

Vaak loop ik posten half voorbij omdat ik bijna al het eten wel in mijn vestje heb – les 1: zorg altijd voor jezelf – maar nu nam ik daar ook wat rustiger de tijd voor. En het is altijd goed wat cola bij te tanken. Dat ging nog bijna fout: op de trail was ook suikervrije cola aanwezig (Pepsi Max). Waarom, zullen de niet-diabeten zich ongetwijfeld afvragen. Nou, soms gaat de bloedsuiker juist moeilijk omlaag. Juist dan moet je veel drinken (gaat het sneller) en dan raak je je eigen water soms wel even zat terwijl alle alternatieven suiker bevatten. Om goed te lopen, moeten onze bloedsuikers echt in de juiste range zitten. Welke waarden dat precies zijn hangt ook weer heel erg van de persoon af.

Echte jagers

Was het dan echt zo alleen op de route? Het grootste deel van de tijd wel. Tot ik weer een weiland insloeg en plots een groot aantal mannen met camouflagekleren en stokken tegenkwam. Van mijn familie – Friese boeren – had ik wel eens gehoord dat ze nog altijd jaarlijks een keer het wild opjoegen voor de jagers. Maar in het echt had ik dit nog nooit gezien. Het was een groot en bont gezelschap dat even later werd gevolgd door een stel jagers met geweer en grote honden. Bijzonder om die traditie zo te zien, maar ik was als bewegend doel blij dat de jacht al was afgelopen.

Niet veel later kwam ik nog langs een weiland waarin een route voor een halloweentocht was uitgezet. Op een enkele wandelaar na, was het verder muisstil. Eenmaal terug in het bos, kwam ook Peter mij voorbij. Hij is niet alleen diabeet, maar heeft ook een andere autoimmuunziekte, waardoor zijn longinhoud sterk is afgenomen (autoimmuunziektes komen zelden alleen). Omdat het een beetje benauwd weer was, zou hij daarom hiken, al had ik tevoren al lang verwacht dat hij me zou inhalen, omdat hij gewoon veel sneller is. In ieder geval gaf hij me een tijd lang een mooi doel om te proberen hem bij te houden, tot de motor weer even droog stond. Wel een machtig gezicht om hem zo te zien in de verte: een klein geel mannetje tussen die gigantische bomen van het Meerdaalwoud.

Pas in de laatste kilometers leek het weer wat beter te gaan qua brandstoftoevoer. Ik kon zelfs nog een paar hardlopende tieners inhalen (na 40 km gelopen te hebben ja), maar voelde inmiddels wel wat vermoeidheid. Toch zat er ook bij de finish nog een sprintje in en kon ik ruim onder de 5 minuut/km binnen rollen. Met de tijd zelf, 5:53:17, ben ik niet ontevreden, ook al was ik laatste in het diabetesklassement (plaats 26 van 36).

Hoe de andere diabeten het deden? In totaal deden er 17 diabeten openlijk mee aan alle afstanden, plus nog ongeveer 5 die niet als dusdanig in de classificatie staan, op 198 deelnemers. Bij de 21 km is de derde plaats mannen overall een diabeet, bij de 42 km is de derde plaats mannen overall een diabeet en zijn bij de dames de tweede en derde plaats diabeten. Hopelijk hebben we daarmee laten zien dat niets je tegen hoeft te houden als je als diabeet verre afstanden wil lopen. Zelfs als het niet helemaal lekker gaat, kom je er wel.

nl_NLNederlands