‘Bergen’ in Nederland? Nou ja, in ieder geval bergachtig landschap in en om Limburg. Tijd om uit te vinden hoe bergachtig het echt is.
Lang geleden heb ik plannen gemaakt om voor het Petranpad te trainen door de Dutch Mountain Trail (DMT) te doen in maart. Qua afstand zijn beide trails redelijk vergelijkbaar, maar uiteraard doe ik hem solo in twee dagen in plaats van een zoals tijdens het Petranpad de bedoeling was. Ook al is die laatste wedstrijd helaas van de kalender geschrapt, ik besloot toch mijn plannen te laten staan, want de DMT stond al sinds het boekje uitkwam op mijn wensenlijstje.
De DMT is eigenlijk opgezet als verbinding van de Seven Summits ter ere van het 10 jarig jubileum van het Dutch Mountain Film Festival. Detailtje: niet alle zeven beklimmingen liggen in Nederland. Maar in een gebied waar je sowieso steeds de grens oversteekt zonder het echt te merken, let alleen een kniesoor daarop. Hou de begroeting op hallo, en alleen het accent van de ander geeft aan waar je waarschijnlijk bent. Verrassend genoeg: je zit hier ook tegen de Waalse grens en dus kan het ook Allo worden.
Het doel van de route was om de zwaarste, meest bergachtige route van ons land te maken. Dat is denk ik wel gelukt. Nog niet eerder had ik in Komoot bij een Nederlandse route een stuk alpiene route gezien. Nu is 241 m op een totaal van meer dan 100 km ook niet heel veel, maar toch, het beloofde een mooie loop te worden.
Een paar bedenkingen had ik nog wel: op het moment zit ik niet top in mijn vel en de afgelopen weken heb ik vooral op een luchtbed geslapen omdat mijn vrouw corona had (ik heb het vooralsnog ontlopen). Vermoeidheid, en dan vooral geestelijk, zorgde ervoor dat ik vooraf geen hoge verwachtingen had.
Summit 1: de Wilhelminaberg
Het Limburgse landschap stond mooi in de rijp bij vertrek met de bus naar Eygelshoven rond een uur of 7. Het was slechts 3 graden en had ‘s nachts nog gevroren. Dat is best bizar als je weet dat de voorspelde maximum temperatuur voor de dag 17 C was. En het betekende ook dat kleding een lastig iets was. Uiteindelijk zat ik dus in donsjas met korte tights en lange merino in de bus. Niet direct naar het beginstation overigens, want de trein reed wegens werkzaamheden natuurlijk juist nu niet, wat een extra saai stukje door Eygelshoven betekende.
Al snel na de officiële start, kom je in een bosachtige omgeving. Dat eerste stukje ging vanwege de foto’s niet snel. Maar het zou al snel nog een stukje langzamer gaan. De eerder gevonden alpiene ondergrond is namelijk vrijwel aan het begin van de route, bij de beklimming van de Wilhelminaberg. Dat werd op sommige stukken bijna op handen en voeten naar boven gaan. Ik geef toe, dat ligt deels aan mijn angstige insteek waar het vallen betreft, want een golden retriever haalde me een paar minuten later met het grootste gemak van de wereld in. En hij had zelfs een grote stok in zijn bek (gelukkig was ik toen al van het moeilijke stuk af…).
Dat geeft ook direct het mooie van de route weer. Het gaat niet om hoogte, het gaat om klimmen en techniek. Precies de reden waarom dit een veel zwaardere route is dan bijvoorbeeld de N70 die ik kortgeleden liep. Of een voorbeeld op de route: hoewel de Vaalserberg met 322,4 m de hoogste top is, is dit niet een van de Seven Summits. Die kom je namelijk bijna ongemerkt op.
Terwijl je klimt, heb je overigens niet het idee dat deze berg eigenlijk helemaal niet natuurlijk is. Dat besef komt pas als je bovenop staat en de lelijke top ziet. Compleet met skiheuvel, iets wat op geen enkele kunstmatige berg mag ontbreken. De Wilhelminaberg is dit keer niet opgebouwd uit een oude vuilstort, maar uit de resten steen die omhoogkwamen met de mijnbouw. Hoewel grotendeels ondergronds, is de mijnbouw voor deze regio absoluut landschapbepalend geweest. Meerdere heuvels, een spoorlijn, (mergel)afgravingen, grotten, stuwmeren en zelfs beekjes zijn ontstaan uit de mijnbouw.
Een van die beekjes, de Anstelerbeek, zou vroeger zelfs helemaal zwart water hebben vanwege het steenkolenwater uit de mijn. Tijdens mijn loop stelde de beek me ook een beetje voor een raadsel: het was met de gpx eerst niet helemaal duidelijk aan welke kant van de beek ik moest lopen. Ik koos voor de meest natuurlijke zijde en dat bleek uiteindelijk ook de juiste te zijn. Garmin gaf alleen aan dat ik aan de andere kant moest lopen. Hoe dat komt? Nou de route is op sommige plekken niet goed geplot, hij volgt geen bestaande paden, en daardoor gaat Garmin nat. (Op dag 2 zien we nog beter hoe belangrijk het soms is om een gpx te maken van een voorgelopen route in plaats van van een plot.) Het zou echt heel jammer zijn als ik de Garmin-variant had gevolgd, want dit stukje bij de voormalige waterburcht Haus Heyden is een van de mooiste van de hele route.
Summit 2: De Schneeberg
Waar een groot deel van het grensgebied eigenlijk gewoon heel open landschap betreft, met hier en daar zo’n grote gietijzeren grenspaal, krijgen we vlak voorbij Horbach een echt stukje militaire spierballen te zien. Het landschap is bezaaid met een brede strook driehoekige betonblokken. Zeg maar de voorloper van het grote Lego-blokje waarmee kwetsbare gebouwen nu worden afgesloten. Deze strook van 630 km, de zogenoemde Westwall of Siegfriedlinie, loopt van Kleef tot aan Zwitserland. Hierdoor was de westelijke grens van Duitsland gemakkelijk te beschermen tegen aanvallen van buiten: een tank komt er niet doorheen. Maar zo’n gigantische lijn met bunkers werkt ook psychologisch heel goed. Daar kun je bijna letterlijk niet omheen.
Iets anders wat we vaak rond de grens zien, zijn centrales voor elektriciteit. In dit geval zijn dat gelukkig geen kerncentrales, maar een aantal grote windmolens bij Bocholtz die de horizon vormen. Verder is het relatief vlak – of vals plat – tot we de tweede ‘berg’ bereiken, de Schneeberg. Inmiddels ben ik af en toe het lopen al een beetje beu. Een beetje moe, bloedsuikers die af en toe te veel daalden, en asfaltstukken maakten dat ik mezelf er af en toe doorheen moest slepen. Vanwege de waarschuwende woorden over het bergklimmetjeskarakter en de gladde Limburgse pratsj, had ik bovendien gekozen voor de Altra King MT 2. Die loopt vrij beroerd op verhard en dat zorgde er op zijn beurt weer voor dat mijn linkerscheen pijn ging doen. En laat ik bij de Schneeberg ook nog eens geen nood te hebben gehad aan zulke tractorbanden… want deze top ging vrij ongemerkt voorbij, waarna ik op een golfbaan belandde.
Een andere bijzonderheid aan deze streek die ik overal tegenkom zijn de grote groene bollen met witte besjes in de bomen die wel een beetje op vogelnesten lijken. Sommige bomen zitten er werkelijk helemaal vol mee. Wie Archeopterix uit de Asterix-strips goed heeft bestudeerd, ziet het misschien al: dit zijn maretakken. Wie nu bang is voor stukke lippen vanwege de grote hoeveelheid maretak, kan gerust ademhalen. Deze duivelsnestjes komen veel meer voor dan er wandelaars op de paden zijn te vinden.
Summit 3: De Eyserbos
Zoals al gezegd: de Vaalserberg is niet een van de zeven summits, maar wel de hoogste. En een goed punt om de drankvoorraad aan te vullen. De 17 C haalden we namelijk inderdaad. En dat zo vroeg in het jaar, betekende ook dat ik er nog niet echt op voorbereid was. Extra dorst dus. Mijn lange merino shirt had ik inmiddels al geruild voor het thuiskomertje dat ik soms bij me heb: het lichtste Salomon t-shirt uit mijn collectie. Eigenlijke doel: droog shirt voor als ik te snel afkoel in de wind. Nu gaf het me echter een stukje verkoeling.
De bloedsuikers waren inmiddels ook al tot de 4 doorgezakt, dus ik was erg blij toen ik de vlaggen van café De Bokkerijder zag. Met alle fietsers en lopers in de buurt, kijken ze daar ook nergens meer van op volgens mij. In plaats van de twee gevraagde cola, wisten ze namelijk nog ergens een 0,5 liter vaas met Coca Cola logo vandaan te toveren. Ook kon ik het water weer bijtanken. Ik had namelijk nog wel 25 km te gaan.
De volgende summit was nog een stuk verderop. Maar in die tijd kreeg ik wel weer een paar mooie stukjes van het Krijtlandpad te zien. Wat mij betreft is dat nog altijd het mooiste pad dat ik in Limburg heb gelopen. De behegde weggetjes en tourniquetten gaven me weer even een heimweeïg gevoel naar dat pad. Maar we waren hier nu om te klimmen. Gelukkig was het doel dankzij een grote zendmast al van verre te zien.
Eerst gaat het echter langs een ander streekproduct. Nog niet zo lang geleden moesten we met zijn allen lachen om het idee van Nederlandse en Belgische wijn, nu bloeit de wijnbouw hier echt. En de route komt langs een aantal wijngaarden. Helaas zien die er nu niet heel appetijtelijk uit, maar in de zomer zal het ongetwijfeld een mooi gezicht zijn. Na de wijnheuvels vergaat het lachen ons snel: hier stijgt het plots inderdaad weer behoorlijk steil. We beklimmen het Eyserbos.
Summit 4: De Gulperberg
Het einde van deze dagetappe was al weer in zicht. Na een mooi karrepad, volgt een stukje N-weg, waardoor ik al even denk dat ik binnen ben. Maar dat kon niet kloppen: volgens mijn horloge was er nog meer dan 5 km te gaan. Oftewel een steile klim omhoog richting het Mariabeeld. Gelukkig was het beeld geduldig en kon ik even foto-uitrusten op de top. En daarmee bereikte ik dan eindelijk de laatste summit van deze dag.
Met een zeurende scheen en een totaal gebrek aan tempo, probeerde ik mezelf nog even op te peppen om uit te lopen naar mijn appartementje in het centrum. Waar twee spekpannekoeken op me lagen te wachten. Ok, het ging niet zo snel, maar het was toch een mooie dag. De pijntjes baarden me wel wat zorgen. Kwam dit nu door de Kings, door de kou, of was er meer aan de hand. En er was nog een ander ongemakje: helaas had ik mijn onderbroek voor deze tocht nog niet verder dan een 20-30 km getest… Het resultaat een paar schaafplekken die ik de volgende etappe extra in moest smeren.
Lees verder bij het verhaal van dag 2
Eén antwoord op “Dutch Mountain Trail dag 1: Eygelshoven-Gulpen”
Reacties zijn gesloten.