Rhododendronloop

Wat was dat christelijke scheldwoord ook al weer? Juist, eigenlijk zou ik de Vestingloop doen, maar daar was enige sprake van miscommunicatie. Dat was even vl… genieten van de bloemetjes dus.

Wat Gulpen is voor trailroutes in Zuid-Limburg, is Den Bosch – als bedevaartsplaats vermoedelijk – voor langeafstandwandelroutes in Noord-Brabant. Het bevreemde me dan ook dat er ondanks al het natuurschoon en de kilometers en kilometers aan onverharde wegen, nog geen echte Bossche trail was. Tot ik een mailtje las van de Vestingloop Den Bosch die dit jaar ook trails aan zou bieden. In gedachten zag ik mezelf al over de Moerputtenbrug lopen, langs het fort, over de dijkjes en door de bosschen. Helemaal enthousiast werd ik bij het zien van de afstanden: zowaar, er was een 50 km! En dus schreef ik me in.

De tijd verstreek en ik kreeg de vraag hoe snel ik zou eindigen. Netjes doorgegeven (een trail loop je meestal niet op snelheid): 6,5 uur. Geen opmerking terug, maar het bleek dat ik plotseling voor de originele planning moest starten en dat was met de trein niet haalbaar. Even later begreep ik waarom: Abid Nageeye zou ons in komen halen en dan kwam je op een foto met Abdi die niet 50, maar hooguit 30 km zou lopen. Wel vreemd, vond ik. Abdi op de trails?

In de dagen tot de loop, volgde bijna iedere dag een nieuwe gpx van de route. Nu zijn we als trailers wel wat gewend, van race directors die hun route nog een beetje tweaken of die uiteindelijk toch niet langs de scheelogige brulbekkikker mogen van de boswachter. Maar hier was de reden een te glad trappetje bij het kasteel. Vreemd.

Geen pijl op te trekken

De dag tevoren zag ik nog diverse klachten voorbijkomen van de nieuwe wandelroute. Voor die 50 km was geen gpx beschikbaar en de beschrijving leek niet meer helemaal te kloppen. Een wandelaar was boos dat het niet uitgepijld was, maar ik gaf aan dat dit bij deze afstanden vanwege sabotage ook vaak niet het geval is en dat we daarom meestal op gpx lopen.

Enfin, 22 mei liep ik op mijn dode gemak richting de startlocatie. Die nergens echt duidelijk stond aangegeven. Ik was ook wel een beetje moe door werk en nachtelijke instellingen, dus het zal wel aan mij liggen, maar ik raakte al behoorlijk gefrustreerd over het feit dat geen pijl – noch de op de Parade aanwezige organisatie overigens – mij richting de echte startlocatie kon begeleiden.

Eenmaal bij de start aangekomen zag ik wel een paar lopers in de gebruikelijke Salomon-kit, maar ook duidelijke weglopers zonder eigen voorzieningen. Hoe en wat met starten was me geheel en al onduidelijk. Uiteindelijk bleek je je eerst te moeten melden en dan werden groepjes tegelijk weggestuurd. Ik mocht niet op de vooraf afgesproken tijd vertrekken – een nieuwe die ik met de trein wel kon halen maar wat een late finish garandeerde – en moest zeker een kwartier wachten. Ik had er al een beetje het land in, maar was nog vol goede moed voor de mooie route. Die… ehm… uitgepijld was volgens de speaker? En onze gpx dan?

Waarlangs leidt de weg

Eenmaal gestart, was het voor mij even oppassen. Je starttijd is bepaald aan de hand van je snelheid en de mensen waarmee ik liep zouden 1,5 uur later starten. Dat kon wel eens een recipe for disaster worden. Maar het viel mee. Al waren er overigens na een paar pijlen al inderdaad vrijwilligers die ons erop wezen dat ze niet klopten op een stukje en dat ze er daarom bij zijn blijven staan.

De stad lieten we langzaam achter ons. Maar niet via de mooie trailpaden op de grasdijken om de stad. Die dijkjes die je juist zo’n prachtig beeld op de vesting geven. Nee, in galop over het asfalt naar Vught. Bij het zien van het Jeroen Bosch Ziekenhuis begonnen de alarmbelletjes pas echt te rinkelen: waarom zou je in vredesnaam je route niet door de Moerputten leiden, maar over het parallel aangelegde asfalt. Een troosteloos stuk bovendien.

Nadat het kwartje was gevallen dat dit toch echt een wegwedstrijd was, zat ik met een duivels dilemma. Loop ik hem door? Tegen: ik vind het geen enerverend parcours, de belasting van de weg is hoger terwijl ik leuke plannen had met Hemelvaart en het is funest voor de zolen van mijn geliefde Superiors. Voor: ik kan eens de snelheid op 50 km testen en ben sneller klaar dan gedacht. Uiteindelijk was het een: ja daaag, daar heb ik geen zin in en besloot ik uit te stappen en een eigen route langs de Moerputten te plannen. Om uit te stappen zou ik even doorlopen tot de eerste waterpost op 10 km.

Afmelden

De waterpost was even een tegenvaller. De dames op de post hadden een stuk of 10 papieren bekertjes met water, die ze met een lullig flesje van 1,5 liter vulden. Ok, ik wist al dat het geen trail was en dat de posten dus soberder zijn. Maar het was erg warm deze zondag en mensen lopen 50 km op asfaltstukken zonder schaduw, terwijl ze ook niet allemaal eigen drinken hebben en de posten om de 10 km zijn. Onverantwoord als je het mij vraagt. Maar het werd erger: er was geen contact – zelfs geen contactnummer – met de organisatie. De website lag er ook nog eens uit. Ik kon me daar dus niet eens afmelden. En op mijn bib en in de mail stond eveneens geen nummer om uit te stappen, wat heel merkwaardig is op lange afstanden. Je wilt toch bijhouden of je lopers mogelijk onwel zijn geworden. Daarvoor kun je bij een over 2 uur gespreide start niet volstaan met enkel een achterloper.

Ik wachtte in ieder geval nog even bij de post omdat ik toch nog een route moest maken. Zelfs al bouwde ik die op de basis van een eerder bedachte rododendronroute langs de Dommel, het kost op de telefoon relatief veel moeite om zoiets aan te passen tot je een mooie route van 40 km hebt vanaf een ander startpunt. Maar een laatste loper heb ik niet gezien.

Waar is Abdi?

Eenmaal weer onderweg besloot ik het rustig aan te doen en stukjes te wandelen. De stress en het warme weer haalden me een beetje in. Maar ik kon weer lekker over de Moerputtenbrug denderen als het kleine, slome diesellocomotiefje dat ik ben en dat is veel waard. De grap is natuurlijk dat ik nu weer terug naar het begin van de route ging, maar vlak voor de stadspoorten sloeg ik af via een druk bevaren pontje waar ik zeker een kwartier op moest wachten.

En wat toen gebeurde… aan de pijlen te zien, kwam ik steeds met een halve voet op de routes van de Vestingloop. Eerst bij de trail, later ook stukjes van de 50 km. Ik kwam ook nog incognito langs een iets grotere, maar net zo knullige en slecht gevulde, waterpost waar routes elkaar kruisten. Ik merkte paniek omdat Abdi nog niet langs was gekomen terwijl ze dat al wel hadden verwacht. De vrijwilligers vroegen zelfs aan mij of ik de twee keer zo snelle Abdi voorbij had zien flitsen. En ik kreeg van een orkest te horen dat ik – nummerloos inmiddels – verkeerd ging. Maar eindelijk kwam ik bij de Dommel en kreeg ik rust.

Rust van het niet lopen op de route met al zijn eigenaardigheden. Rust van mensen, zelfs wandelaars waren er nauwelijks. Het was gewoon weer even ik en een brandende zon naast het water. De zon scheen zo fel, dat het me een goed idee leek om even een ijsje en een cola te halen op een terrasje in Sint Michelsgestel. Ondanks dat de bloedsuikers vandaag weer een beetje in de mineur waren: de stress had een duidelijk verhogende werking.

Bloemblaadjes

Al snel vervatte ik mijn reis langs de Dommel. En daar waren ze dan eindelijk, op landgoed Zegenwerp: de prachtige rhododendrons die ik eerder wegens tijdgebrek – de route had ik al wel gemaakt – niet had kunnen bekijken. Ze waren misschien al een beetje uitgebloeid, maar daardoor niet minder mooi. Vooral de met bloemblaadjes bestrooide grond in een doorgang was echt fabelachtig. Dan ben je zo’n stukje asfalt zo weer vergeten.

Zelf ken ik die lange stukken bos en park vol rhododendrons eigenlijk niet echt. Ik had me ook nooit voorgesteld dat het er zoveel zouden zijn. En dat ik de rest van de route nog regelmatig lange stukken roze zou tegenkomen.

Helaas was die route wel wat korter dan vooraf gepland. Bewust zat er al een lus in die ik af kon snijden en dat was hard nodig. Zo’n 20 km voor het einde van de route was namelijk al mijn water echt op en besloot ik de 10 km lus eraf te halen. Zelfs met die tussenstop op het terras erbij redde ik het in deze hitte niet met 2,5 liter sportdrank en water. Vervelend was ook: doordat de bloedsuikers relatief hoog bleven, was de sportdrank vaak geen optie. De laatste 10 km heb ik zodoende heel rustig aan gedaan om wat op de drankvoorraad te sparen.

Je eigen weg volgen

Als het voor mij, lopend in meer schaduw en met een drinkrugzak, al relatief zwaar was, kan ik me niet voorstellen dat die verzorgingsposten afdoende waren. Ik vind dat eigenlijk best wel kwalijk. Dat ik met een wegwedstrijd meedeed zal wel mijn eigen onhandigheid zijn geweest, maar de indruk van de race zelf is geen beste. Als ik eerlijk ben: het lijkt er sterk op dat de organisatie het verlies van de vorige jaren probeerde goed te maken door extra doelgroepen als wandelaars, traillopers en (weg)ultralopers erbij te halen. Daarin heeft ze zich verslikt. Ik zou ze dan ook echt aanraden te kijken naar wat deze doelgroepen nodig hebben en dan langzaam uit te bouwen. De kosten – nog geen 30 euro voor een ultra – kunnen daarbij best omhoog als dat voor een veiliger loop zorgt.

Uiteindelijk ben ik in ieder geval blij dat ik voor mezelf koos. En dat brengt me tot slot nog bij een laatste nieuwtje, waarin mijn wil tegen de conventie ingaat: de financieringscampagne voor het project Naked The Hague is nu in gang gezet. In het fotoproject – waaraan ik heb meegedaan – zie je elke keer twee foto’s: een volledig gekleed en de ander frontaal naakt, zonder filters om achter te schuilen. Zelf wilde ik graag meedoen omdat ik weet hoe belangrijk het is je eigen lichaam te accepteren; je lichaam is een wezenlijk onderdeel van je ik en het ontkennen of haten leidt tot mentale problemen. Als je de diversiteit aan lichamen onder de uiterlijke schijn ziet, mijn lichaam gekenmerkt door dikke benen met spuitplekken en aanwezige sensor bijvoorbeeld, besef je ook dat jouw lichaam er gewoon mag zijn. Door te sponsoren kunnen jullie ook helpen om het boek en de tentoonstelling te realiseren.

nl_NLNederlands