Uitlopen op het strand is ideaal om je hoofd leeg te maken. Althans met de wind mee.
Nee, ik zit er echt totaal niet mee dat ik maar een 30 kilometer heb gelopen van de Den Haag Strandmarathon. Voor mij was het een heel mooie training en een goede om weer even helemaal alleen uit te draven. Maar ik ga niet 12 km doorlopen als de wind zo sterk is, dat wandelen en lopen ongeveer even snel zijn, waardoor de 6 uur cutoff maar nauwelijks haalbaar is.
De totstandkoming van mijn inschrijving was ook wel een last minute dingetje. Afgelopen zondag deed ik de 52 km Leenderbostrail en de dagen erna voelde ik me best goed, donderdag zat de snelheid er wel weer aardig in (net als na Gent door de Nutritapes?). Komende week doe ik een intensieve training waarbij de loopschoenen waarschijnlijk niet gebruikt gaan worden. En ik was ook nog eens home alone dit weekend. Dus wat doe je dan? Precies, inschrijven.nl kijken.
De keus was tussen de Otterlo Trail met Nanda en Cyril voor een 10 of 17 km of een beetje spannender, de Den Haag Strandmarathon. Kort bos of lang strand. Nanda weet hoe lang ik erover heb gedubt. Uiteindelijk gaf de voorbereiding voor de Vuurtorentrail en mijn wens het hoofd leeg te lopen de doorslag. Ik kon altijd bij Noordwijk, halverwege, uitstappen. En met gemiddeld rond de 30 deelnemers was het lekker rustig.
Matige wind
Als informatiespecialist hoor je te weten dat Google je niet altijd een dienst doet. Dat was wat er door mijn hoofd schoot terwijl de wind om het huis gierde om een uur of vijf ‘s nachts. De ‘matige wind’-indicatie die Google afgeeft bij windkracht 4, is aan de kust helemaal niet grappig, zo bleek achteraf. Zeker niet als die op de terugweg tegen is…
Natuurlijk heb ik wel wat maatregelen genomen. Na het horen van de harde wind heb ik direct mijn loopkleding gewisseld. Als lange tight nam ik een Montane tight met extra stukken voor het kruis die wind- en waterdicht zijn. Hij is ook lekker warm, maar van voor niet helemaal strak en dat ziet er soms een beetje uit of je een sok onder je broek hebt gestopt vanwege de vouwen. Daarnaast een thermohemd, merino shirt met lange mouwen (in de tas), merino buff, handschoentjes en de superieure Omm Kamleika jas die extreem wind- en waterdicht is. Best veel voor 7 graden Celsius, maar de gevoelstemperatuur lag rond de 0 graden.
Rustige start
De marathon is georganiseerd door The Hague Road Runners, die alle opbrengen aan het goede doel doneren. Het evenement is oprecht kleinschalig: de vergunning laat 150 lopers toe volgens de website. En dat zijn niet veel mensen op het grote strand tussen Scheveningen en Noordwijk. De allereerste editie was overigens zelfs zonder vergunning, waardoor de Den Haag Strandmarathon ook wel de zwarte marathon wordt genoemd.
De race begon om 10 uur. Een mooie tijd om op zondag te halen met metro E en een kilometer of vier fietsen. Even reed ik het clubhuis straal voorbij, maar gelukkig was daar Leo die me meenam richting startnummers. Leo had de strandmarathon al eerder gelopen en volgens zijn bericht op Facebook is het een van de mooiste om te doen (Leo loopt ongeveer een marathon per maand), wat mij hielp in mijn beslissing tussen bos en strand.
Iedereen in de kantine was het er over eens: voor deze marathon is het heel belangrijk om vooral krachten te sparen in de eerste helft. Dat we vervolgens redelijk rap met zijn allen naar de start bij TNO gingen, deed anders vermoeden. Maar dit is ook typisch zo’n marathon voor andere doeleinden. Ik met mijn Vuurtorentrail, anderen met de 60 van Texel en zelfs een aardige groep Maastrichtenaren die gezamenlijk de Marathon des Sables (MdS) wilden gaan lopen en nu met gloednieuwe, zware Waa-vesten liepen. Daar zitten dus zeker een paar beestachtige lopers bij voor wie rustig hetzelfde is als snel voor mij. Tel daar nog bij op, dat de meeste lopers de halve doen en dus meer kunnen geven.
Iedereen die mij kent, weet dat dit scenario niet ideaal is voor mij. De start was dan ook vrij vlot. Leo, normaal veel sneller, bleef lange tijd achter mij lopen, die eerste regenachtige maar relatief windvrije kilometers richting de pier (beginsnelheid 5.39 min/km, iets laten zakken). Na een paar duintjes, zouden we daar eindelijk het strand opgaan.
Op oneindig
Eenmaal op het strand, kwam er een harde wind achter ons te staan. De benen voelden heel soepel. Misschien wel een beetje zoals bij de Alphense Bergen, een week na de marathon van Gent, waar ik me echt een machine voelde. Het strand was breed en met een mooie stevig gedeelte. Het ritme zat er lekker in. Links een wilde zee met hier en daar een kitesurfer. Rechts een rustgevende duinenrij. En boven prachtige onheilspellende wolken, die af en toe op ons neer regenden. Zonder muziek, blik op oneindig, koppie in de wind en gewoon zijn.
Het viel me op dat ik hier makkelijk een goed tempo kon aanhouden zonder echt moe te worden. En dat er vrijwel continu andere lopers – ondanks de kleine groep marathonners – in de buurt waren. Het tempo lag meestal, afhankelijk van geulen en hardheid, tussen de 5.30 en 5.50 min/km. Posten – elke 5 km al miste ik sommige – kon ik rustig overslaan om zo het ritme te behouden.
Gebeurde er nog wat die eerste 21 km? Niet veel eigenlijk. Ik zag een hond die bijna een andere loper liet struikelen. Hield een kort gesprek met een toevallig passerende loopgroep in Katwijk, en ging over een dijkje vanwege de geul bij Katwijk. Zoals ik al zei, zijn, alles als wolkjes laten passeren. Heerlijk.
En alles veranderde
Vlak voor het keerpunt zag ik al de nodige lopers voortploeteren die op de terugweg waren. Duimpje omhoog. Het was geen fraai gezicht. Hoe erg het was, bleek echter pas toen ik me omdraaide na de Ucan fles te hebben gewisseld. Er was een gemeen harde wind. Het regende ijskoud. En oh ja, het zand leek te stromen over het strand.
Na een kilometer kreeg ik zo’n koud voorhoofd dat ik de merino buff maar op het hoofd heb gedaan. De rest, inclusief edele delen, was nog lekker warm en windvrij door mijn eerdere keuzes.
Intussen werd ik langzaam ingehaald door een loper die net als ik met de wind vocht. We liepen een stuk. Werden moe. En wandelden op ongeveer hetzelfde tempo door. Heel demotiverend. Hij vond dit ook niet langer lopen; ik nog wel – het hoort bij de harde doorzetting die soms nodig is – maar wilde ik dit nog wel. Het keerpunt was dichtbij.
Wim Hof
We maakten ons ook wat zorgen over de laatste loper vlak achter ons. Die ging helemaal Wim Hof… Blootvoets, geen shirt, als enige spelbreker een korte broek (ga dan helemaal natuur). Dat lijkt op de heenweg nog wel te doen misschien, maar wind tegen – met regen – is het echt een stuk zwaarder zoals mijn voorhoofd al had gemerkt. De vrees bleek echter ongegrond, want na een paar kilometer haalde hij ons in. Wel met een redelijk rode huid. Ik vrees dat dat pijnlijk opwarmen moet zijn geweest bij thuiskomst.
Ik en mijn medeloper bleven langzaam voortschrijden. Kilometer voor kilometer met een snelheid van vaak maar 9-10 min/km en vaker wandelend dan lopend.
We passeerden Katwijk. En liepen nog even traag door. Ik begon te rekenen. Op dit tempo zou de 6 uur cutoff net wel of net niet worden gehaald. En het was zwaar. De lol was er uit. Wilde ik nog 2,5 uur wandelen terwijl dat mijn lichaam erg belastte? Rond een kilometer of 29 kwam het antwoord: nee. Ik had geen zin meer en wilde ook niet dat mijn redelijk fysieke cursus later in de week door een blessure zou mislukken. Dus liep ik terug naar Katwijk, naar de bushalte een stopte op 30,9 km in 3 uur en 47 minuten. Waarvan meer dan 1 uur en 3 kwartier voor die laatste 10 km na het keerpunt…
Uiteindelijk heb ik er zeker een mooie training uitgehaald, maar genoeg is genoeg. Met bus-trein-bus en een hoop geril van het verdampende zweet, kwam ik uiteindelijk terug bij de club om me af te melden en voor een warme douche. Bij het vertrek naar huis kwam net Leo binnen. En er stonden nog 10 man op de lijst die niet binnen waren. Leo – de ervaren rot – moet er dus aardig wat hebben ingehaald. Fysiek en mentaal was dat laatste stuk ook echt een hel.